rdracht kustbeheer
>rd-Holland
i - Hoogheemraadschap
ontgronding op grote diepte, of, en dat was het meest
waarschijnlijke, het ontbreken van voldoende steun in
het lagere gedeelte van de glooiing.190
Voor oudere Nieuwediepers die de vroegere
karakteristieke glooiende dijk-met-muur hebben ge
kend is de nieuwe Helderse Zeewering misschien wat
fantasieloos en eentonig uitgevallen. Zij waren gewend
aan een zeewering die bekleed was met keien van ver
schillend formaat waar regelmatig bijzondere planten
voorkwamen als zeevenkel, zeelathyrus, zeekool. Nu de
dijk voor het grootste deel is afgedekt met asfalt komen
deze planten niet meer voor. Maar volgens kenners is
de kans op herstel nog niet verkeken.191 En.het land
is veiliger geworden. Dat is ook wat waard.
HET HOOGHEEMRAADSCHAP KOMT
IN BEELD92
Overdracht van het feitelijk kustbeheer door hoofdingenieur directeur van Rijkswaterstaat P. Kieft (r.) aan dijkgraaf G.E. Ris van NHNK, 1990. De formele over
dracht vond in 1992 bij KB plaats. Collectie HHNK.
Het Rijk trekt zich terug
Moest het Rijk eigenlijk nog langer dijken beheren?
Werd het langzamerhand geen tijd dat ook hier, zoals
op andere terreinen, de centraal ingerichte verant
woordelijkheid werd overgedragen aan organen die
daartoe evengoed in staat waren; die dichter bij de
bevolking stonden en dagelijks geconfronteerd werden
met de problemen? Dat waren vragen die regering en
Tweede Kamer in de jaren zeventig bezig hielden. Voor
Noord-Holland zou het betekenen dat de waterke
ringen langs Noordzee en Waddenzee aan voldoende
krachtige waterschappen werden overgedragen. Als
gevolg van een regeringsnota met deze inhoud kwam
in 1977 de gedachtevorming in een stroomversnel
ling. De Tweede Kamer stemde voorjaar 1978 in met
de regeringsnota. Daarbij werd in een later beroemd
geworden Kamermotie van de Zeeuwse afgevaardigde
H. Eversdijk van 24 april 1978 de regering uitgenodigd
tot daden over te gaan en de waterkeringen die nog
bij het Rijk in beheer waren in waterschapsverband te
brengen. Uitzonderingen bleven de Afsluitdijk en de
afsluitingswerken in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse
delta alsmede de duinen op de Waddeneilanden. Bij
de voorbereiding van deze motie speelde dijkgraaf G.
Ris van NHNK een belangrijke rol.193 Pas in 1985 liet
de minister, die met de motie-Eversdijk wat in zijn
maag zat, na herhaald aandringen van de Kamer weten
tot uitvoering over te zullen gaan. Het was vooral de
provincie Noord-Holland geweest die zich heftig tegen
overdracht verzette aangezien men hier, gezien de in
het geding zijnde nationale belangen, een rijkstaak zag
liggen. Maar de regering zette door. Het Rijk droeg in
het gebied boven het Noordzeekanaal zijn waterkeren-
de taak over aan het Alkmaarse hoogheemraadschap.
Dat betekende heel wat. Elf primaire waterkeringen
waren er bij betrokken: de duinenrij van IJmuiden tot
Camperduin, de Pettemer Zeewering, de duinenrij
80
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750