Het op Delthoogte brengen van de Zeewering was een grote ingreep. Hier het pompstation met afvoerleiding over de dijk tussen Kaaphoofd en Huisduinen,
1968/'69. In de achtergrond v.l.n.r. de Lange Jaap, de koepel van fort Kijkduin en de Kustwachttoren. Foto D.A. van Loon, Den Helder. Collectie HHNK.
Dat gold zeker waar het de aansluiting betrof van de
Verlengde Helderse Zeewering met de duinen.186 Wel
moest de soms aanwezige kleilaag onder de bekleding
worden vervangen door zand.
Ook is van hogerhand in deze jaren het idee
gelanceerd om de golfoploop in toom te houden door
het aanbrengen van asfaltbetonribbels op de glooiing.
De mensen die dit moesten uitvoeren waren niet erg
enthousiast: was het wel verstandig om de zee door het
aanbrengen van uitsteeksels iets in de weg te leggen?
Bij een proefneming bleek een van de ribbels na een
behoorlijke golfstoot te kantelen, waarbij de deklaag
van de dijk, die uit vijf centimeter dik asfaltbeton
bestond, losscheurde. Proeven in het Waterloopkundig
Laboratorium te Delft leidden er toe dat in 1958 toch
werd besloten een deel van de Helderse Zeewering te
voorzien van een viertal ribbels met om de vier meter
een opening van 80 centimeter, bedoeld om het water
er door weg te laten vloeien.187 Veel navolging heb
ben deze ideeën niet gehad, evenmin als een voorstel
uit 1960 om (alweer) betonmuren op de dijk aan te
brengen.188 Maar er moest wel iets gebeuren. Sinds de
renovaties na de stormvloed van 1953 werden in Den
Helder tussen 9 januari 1958 en 5 oktober 1967 acht
waterstanden waargenomen hoger dan 2 m NAP. De
hoogste stand was op 17 februari 1962: 2,51 m NAP.
(Ter vergelijking: op 1 februari 1953 was dat bij Den
Helder 3,25 m NAP).
De verhoging vond in gedeelten plaats zonder
de dijk aan de zeezijde te verzwakken. Begonnen werd
met het meest kwetsbare gedeelte tussen fort Erfprins
en het Noorderhoofd (1968-1970). Daarna volgde het
tracé tussen Wierhoofd en Veerhaven (1969 en 1970).
Realisering van het gedeelte tussen Oostbatterij en fort
Erfprins vond plaats in de jaren 1971 tot en met 1974;
het stuk tussen Veerhaven en Oostbatterij tussen 1974
tot 1977.
182 HHNK, bibliotheek nota nr. WBA-M-87019 van 28-9-1987.
183 Zie vooral De Bruin en Aten (2004).
184 HHNK, bibliotheek, Memo Studiedienst RWS Hoorn nr. 73,7. Zie ook Nota
Studiedienst nr. 76-11.
185 Ibidem, rapport Lab. voor Grondmechanica CO-15158/35 en DO.3797/4106,
16-5-1967.
186 HHNK, bibliotheek, Nota's Deltadienst W-896, 29-3 en 12-12-1967.
187 NHA, tg. 354, inv.nr. 987.
188 Nota bij brief 16-7-1960 nr. 2287. NHA, tg. 54 inv.nr. 960.
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750
77