Een spectaculaire stranding in 1928:
de Eugenia144
De ene stranding was de andere niet. Op de avond van de
23e november 1928 verkeerde er, bij een zware westerstorm,
een schip in nood op de Noorderhaaks. De reddingsboot
Dorus Rijkers ging er op af. Schipper Coen Bot rapporteerde:
'Toen wij wat meer op het schip aankoersten, bleek het een groot
stoomschip te zijn dat in snelle vaart op ons aftwam, waar
uit wij opmaakten dat het over de Gronden (Noorderhaaks)
heengeslagen werd. Nauwelijks hadden wij tijd onze koers te
verleggen en een aanvaring te voorkomen. Nu begrepen wij ook
wat die rode lichten wilden zeggen: het schip was onbestuurbaar
geworden. Met snelle vaart vloog het langs ons en hoewel wij
onmiddellijk de steven wendden en de achtervolging inzetten,
konden wij de hardloper toch niet inhalen. Het was duidelijk
dat het schip geen lading of ballast had en toen het eenmaal
over de altijd wat afremmende Gronden heen was, werd het
eerst recht een speelbal van wind en golven. Zou het schip op de
dijk te pletter slaan en in stukken en brokken uit elkaar spatten?
Toen geschiedde een wonder. Als het ware met een sprong vloog
het schip bovenop de dijk en het kostte de bemanning zelfs niet
veel moeite om langs de stormleer de dijk te bereiken'.145
De reddingsboot kon dus naar huis. Maar het noodweer
hield aan. Het 4.000 ton metende schip, de 'Eugenia', een
Griek, werd steeds verder tegen de dijk opgetild en zou daar
negen maanden blijven liggen. Dat duurde zolang aangezien
er een zeer strenge en langdurige winter aanbrak, waarin
het ijs meters dik tegen de dijk opkruide; vervolgens moest
toestemming van Rijkswaterstaat komen om een deel van de
dijkglooiing te slopen. Uiteindelijk lukte het met behulp van
hydraulische persen en twee sleepboten. Maar de kiel was
zwaar beschadigd.
S.S. Eugenia bovenop de Zeewering, 1 maart 1929. Foto K.L.M. Aerocarto BV. NHA, fotocollectie Provinciale Atlas.
62
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750