een nieuwe hoeveelheid stortsteen de schade te
herstellen.
Schade aan het binnenbeloop van de Waterlandse Zeedijk na de stormvloed van januari 1916. Collectie RAA.
In een verrassende brief aan de minister toon
de Du Croix zich een opmerkelijk nuchtere Hollander.
De schade aan de Helderse Zeewering was volgens hem
slechts gedeeltelijk te beschouwen als een buitengewone
ramp: 'De opvatting ware zelfs te huldigen dat er hier
slechts sprake is van een gewone onderhoudskwestie', al
dus zijn woorden. Want het was toch heel natuurlijk dat
er in het zeer steile, tot grote diepte reikende onderzeese
beloop van de dijk van tijd tot tijd afschuivingen plaats
vonden!128 En die moesten dan weer door bijstorting
van steen hersteld worden om achteruitgang van de dijk
te voorkomen. Maar die afschuivingen waren volgens
hem niet zo bedreigend als sommigen wel dachten: de
ervaring wees uit dat het onderzeese beloop dank zij de
geregelde steenstorting van vele jaren als het ware een
enorme hechte steenmassa was geworden die het zelfs
op dat steile vlak goed hield.129
Consequenties van de stormvloed van 1916
De stormvloed van 1916 was een stimulans om de
veiligheid van Nederland met moderne middelen en
betere organisatievormen te vergroten. Discussies die
al sinds de jaren veertig van de negentiende eeuw,
ja zelfs vanaf de zeventiende eeuw gevoerd werden,
kwamen nu in een stroomversnelling. Zoals bekend
heeft deze watersnood, die ook het economische hart
van Nederland trof, de geesten rijp gemaakt voor de
afsluiting van de Zuiderzee. Minister Cornelis Lely zag
zijn lang gekoesterde wetsvoorstel op 13 juni 1918 in
de Tweede Kamer aangenomen, aanzet voor een totale
gedaanteverandering van het hart van Nederland.130
De wetenschappelijke discussies na de ramp waren
opmerkelijk. Op verzoek van de Zuiderzeevereniging
ging de adjunct-directeur van het KNMI, P.H. Gallé,
na hoe stormvloeden ontstonden. Hij zette zijn studie
breed op en onderzocht bij 42 stormperioden uit het
127 Kader gebaseerd op Heldersche Courant, 15-1-1916; Bremer (2008) nr. 5.
Over de getijmeter: NHA, tg. 18, inv.nr. 193. Over de evacuatie van de Anna
Paulownapolder: Bremer en Wissekerke (1988), 68.
128 Ibidem, bericht 14-7-1916, nr. 27 43 D/131.
129 Ibidem, brief 10-4-1918.
130 Over Lely vooral Lintsen (1980), 333-342; zeer uitvoerig Van der Ham
(2007).
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750
57