'Hooge ijsbergen op den Zeedijk tijdens de strenge winter in 1890Tijdens deze winter bevroor voor het eerst de Helderse haven. Foto A.C. Leijer, Den Helder.
Collectie Helderse Historische Vereniging.
ten westen van Kaaphoofd de golven over de dijk. Op
diverse plaatsen moesten aan de binnenkant van de dijk
noodzeilen worden gelegd.
Caland was realist genoeg om de toestand van
de dijk kritisch te bekijken.117 Ter hoogte van Huisdui
nen had de zeewering nog zijn duinkarakter behouden
en was dus extra kwetsbaar. Het was in feite slechts
een zanddijk, nauwelijks veertig meter breed, die bij
verdere achteruitgang goede voorzieningen nodig had.
En in 1898 bleek tussen het Noordduinhoofd en het
Kijkduinhoofd zeer weinig meer over van het strand
dat daar twaalf jaar eerder nog voor de voet van de
zeewering gelegen had.118
Losse steenstorting, paalwerken of basalt
zuilen?
Was de Helderse Zeewering eigenlijk wel goed bestand
tegen het permanent aanwezige gevaar uit zee? De
berm was aan de buitenzijde slechts versterkt door een
grote hoeveelheid losse steen die voor de voet van de
dijk over een laag Noordse steen was gestort. Gezien
het steile onderzeese beloop was dit erg gevaarlijk,
vooral nu de aanvallen van de zee heviger leken te
worden. Bij stormen schoof de stortsteen nogal eens
de diepte in. Om dit probleem te keren en te voor
komen dat het water te hoog tegen de glooiing van
de dijk opliep, werden opnieuw regels palen van 3%
meter hoogte aan de teen van de dijk geslagen. Het
vormde bij Rijkswaterstaat de gebruikelijke manier van
kustverdediging, die bijvoorbeeld ook was toegepast
op de (Rijks) Pettemer Zeewering in de jaren zeventig.
Dat was in dezelfde periode waarin de Hondsbossche
117 NHA, tg. inv.nr. 711, brief 26-10-1896.
118 NHA, tg. 156, inv.nr. 707, stukken over 1882.
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750
47