De bouwput van de Koopvaardersschutsluis gezien vanaf de kant van het Nieuwediep in westelijke richting naar de Koopvaardersbinnen haven. Uit de loods steekt de schoorsteen van de stoommachine die de buiten zichtbare pomp aan dreef waarmee de put werd droog gehouden. Pen- en penseeltekening door J.C. Leich, 1861. NHA, collectie prenten en tekeningen Provinciale Atlas. 'Een zeilschip, Jupiter, Kapt. Burggraaf, met diepgang van 68 palmen [decimeter], is op 27 april bij eb het Schulpengat binnengeloodst. Buitendien stond er vrij wat zee doordat het afgelopen vloeitij tegen den wind had ingeloopen'. Met andere woorden: waar maakte men zich druk om! Toch had de schrijver in het Handelsblad niet helemaal ongelijk. In de Nieuwe Courant van 27 december 1865 stond op de voorpagina het zoveelste verslag van een stranding. Jaarlijks verongelukten er schepen op de Haaksgronden. Het waren er in de jaren zestig niet minder dan honderd.103 En het bleef maar doorgaan. Op 20 januari 1887 strandde de Oostenrijkse bark 'Mattea Premuda' op de Noorderhaaks met aan boord 5.200 vaten petroleum. Bij een volgende storm werd het schip geheel verbrijzeld. Tijdens de berging van de lading gingen voerlieden zo ruw en overhaast te werk dat duin en dijk over 1.700 vierkante meter beschadigd werden. Toch meldde diezelfde Helderse krant op 13 januari 1866, twee dagen nadat er weer een schoe ner was verongelukt, van redactiewege: 'Het is opmerkelijk zoovele schepen, zoowel voor Neder- landsche als vreemde havens, in de Noordzee bestemd, hier gedurig als bijleggers [schepen in nood] binnen- loopen, waaruit weder ten duidelijkste blijkt, dat voor schepen die in de Noordzee in nood verkeeren, onze haven boven anderen immer geprefereerd wordt'. Een halve eeuw na het tot stand komen van het Noordhollandsch Kanaal werd Amsterdams harte- wens vervuld: het kanaal door Holland-op-zijn-smalst ging er komen. De stad wendde haar blik af van het Noorden. In 1865 startte de door de Staat bekostigde Amsterdamsche Kanaal Maatschappij haar activiteiten. Gingen de eerste plannen nog uit van een doorgraving van de duinen zonder bijkomende droogmaking van IJ 100 Voor het volgende zie vooral Van Loo (2002), passim. 101 Walboom (2003), 32 e.v. 102 Deze paragraaf is gebaseerd op Kingma (2003), 45-50; idem (2002), 80-104. 103 In totaal zijn tussen 1824 en 1923 op de Rede van Texel, op de Haaksgronden en in en om het Marsdiep 692 schepen vergaan. Het dieptepunt was 1861 met 21 strandingen. Zie lijst van strandingen door L.R. Deugd bij Bremer (1998), 164-182. DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2013 | | pagina 42