Oft Gezicht vanuit het Nieuwediep over de rede van Texel bij zonsopgang. Pen- en penseeltekening door J. Andriessen, 24 mei 1809. NHA, collectie prenten en tekeningen Provinciale Atlas. den-Amerika, een 'Panamakanaal avant le date'. Voor Noord-Holland en in het bijzonder voor de Helder en Amsterdam was het Groot Noordhollandsch Kanaal van het grootste belang. Willem zag kans de financie ring van deze projecten buiten het parlement om te realiseren.78 Jan Blanken en het Groot Noordhollandsch Kanaal naar de Helder79 Bij de meeste van zijn waterstaatkundige projecten steunde de koning op het advies van zijn inspec teur-generaal van de Waterstaat, Jan Blanken Jansz., door hem aangesteld als 'Staatsraad Inspecteur-gene raal der Waterstaat des Rijks'. Voor Blanken had de strijd tegen het buitenwater militaire trekken; dat had hij overgehouden uit zijn Franse ervaringen. Het water was minstens zo'n grote tegenstander als de vijandelij ke legers die onze grenzen konden bedreigen. Het 'leger' der ingenieurs diende dus vanuit een centraal punt gedirigeerd te worden en wel op militaire wijze. De ingenieurs werden gestoken in uniformen en kenden een rangenstelsel. De autoritaire Staatsraad vond echter in Willem zijn meerdere. De koning heeft hem nogal eens afgeremd en wenste bijvoorbeeld niet dat waterstaat en (militaire) genie gelijkgesteld zouden worden. De 'Civile Genie' van Blanken werd dus een wat bescheidener 'Korps Ingenieurs van de Waterstaat'. Dit tot woede van de inspecteur-generaal en de zijnen! Aanvankelijk was het zoeken naar een oplos sing van de slechte verbindingen in Noord-Holland vooral ingegeven door militair-strategische overwe gingen. Het waren de belangen van de zeemacht die golden; daarom sloten de Noord-Hollandse kanaal plannen van de koning aan bij de Nieuwedieper ves tingwerken. Bij Koninklijk Besluit (KB) van 29 maart 1817 gelastte Willem de aanleg van een kanaal vanaf de Helder naar 't Zand. Blanken, toen 65 jaar, kreeg de opdracht dit kanaal te ontwerpen. Hij was bij uitstek 72 Bremer (2008), nrs. 26 en 27. Met al deze verdedigingswerken in combinatie met de grote werken aan de marinefaciliteiten kreeg het dorpje Helder het karakter van een echte vestingstad. 73 Frans was de algemene taal geworden, Franse wetboeken werden ingevoerd; maar wat de bevolking het meest trof was naast het Continentaal Stelsel en de verplichting om in het leger van Napoleon te dienen (conscriptie) ook nog de tiërcering van de rente op de staatsschuld, die daarmee tot een derde werd teruggebracht. 74 Het voor het hele land geldende uniforme belastingstelsel dat Alexander Gogel in 1805 had ingevoerd, werd na 1814 gehandhaafd. Kenmerkend was het principe van directe belastingen naar draagkracht. Ondermeer voerde hij de personele belasting in alsmede een grondbelasting naar huurwaarde en dat op grond van een op te stellen kadaster. 75 Tot zijn laatste jaren bleef Van Hogendorp voorstander van een staatsvorm waarin de vorst meer aan wetten was gebonden en de soevereiniteit meer bij (de vertegenwoordigers van) het volk zou liggen. Vgl. Slijkerman (2013). 76 Kranenburg (1981), 18 e.v.; Blaas (1989), 554-578. 77 De Nijs (2003), 18-24. 78 Via het zogenaamde Amortisatiesyndicaat, een syndicaat ter amortisatie (nietigverklaring) van de Nederlandse staatsschuld. Willem I beschikte hierdoor over grote bevoegdheden en inkomsten. Door zijn vele projecten steeg echter de staatsschuld. 79 Filarski (1995), hoofdstuk 8. Ook Van der Ven (1987), 59-93. DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2013 | | pagina 32