Detail uit het Plan en situatie van de werken en ontwerpen tot de militaire zee-haven aan het Nieuwe-Diep en de Helder met de bedijking van het Koe-Gras door Jan Blanken, 1814 (noorden rechts). Blanken tekende onder andere de in 1807 en 1811 ontworpen zeeforten langs de Noordzeekust, het zeefort ter verdediging van het Nieuwediep en het nieuwe in 1817/'18 aangelegde kanaal langs het Koegras in. Naast aller lei nautische gegevens gaf hij ter completering van het beeld ook nog de kustlijnen in 1571 en 1669 op deze kaart aan. Midden boven de 'Sloep van Napoleon 16 october 1811'. Tijdens het keizerlijk bezoek werd het op de 16e op de terugreis van Texel tijdens het uitvoeren van peilingen van het vaarwater even spannend voor de keizer en zijn gezelschap toen men in een mistbank verzeild raakte en het zicht op de kust verloor. Dit terwijl er Engelse blokkadeschepen in de buurt waren. De volgende ochtend liet Napoleon in zijn aanwezigheid nog eens het zeegat peilen. Mogelijk heeft de 'sloep van Dunker 17 oct. 1811' linksboven daarop betrekking. Bij deze 'Dunker' kan het dan wel eens om de bekwame Texel se loods Pieter Duinker gaan. NHA, collectie Rijkswaterstaat voor 1850. tegisch van groot belang was.70 Door de tijdsomstan digheden bleef het bij plannen; maar na 1815 nam onze eigen koning Willem I Napoleons ambities weer op. Keizer Napoleon en 'Gibraltar du Nord' De Kop van Noord-Holland had de warme belang stelling van Napoleon. Van 14 tot 17 oktober 1811 kwam hij in hoogsteigen persoon naar het Noorden.71 Jan Blanken, op dat moment directeur der Maritie me Werken, trad op als zijn adviseur. Napoleon, die zijn adept bij deze gelegenheid benoemde tot Ridder in het Legioen van Eer, wilde op de door zijn broer ingeslagen weg voortgaan. De ligging van Helder was strategisch uitstekend; de haven aan het Marsdiep vormde voor de Fransen een steunpunt van de eerste orde. Volgens decreet van Napoleon moest hier dus de grootste oorlogshaven, het grootste arsenaal en de grootste marinewerf van de noordelijke helft van het Franse keizerrijk worden aangelegd. Kortom, Helder 66 In een onvrij territoir is handel en dergelijke verboden. Meestal ingesteld langs grenzen om vooral smokkelarij tegen te gaan. De Helder kreeg er nogmaals mee te maken na de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal. 67 Poell (2005), 489. 68 Overzicht van de geplande waterstaatswerken anno 1811 bij D'Alphonse (1813), 56-58. 69 Het Nederlands grondgebied was in deze tijd uitgebreid met Oost-Friesland, maar was het hele gebied ten zuiden van de grote rivieren, inclusief Vlissin- gen kwijtgeraakt aan de Fransen. 70 Van Loo (2002), 19. 71 Zie ook hier Korff. DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2013 | | pagina 30