1 I>e He ld Kaart (noorden rechts) van het door J. Otten Husly voorgestelde plan tot afsluiting van het Landsdiep (G) en Schulpengat (H) met een dam (g-h-i-k-l) naar het oosteinde van de Zuiderhaaks (B) opgebouwd uit plempwerken en zinkschepen. Overgenomen uit Husly (1784), exemplaar bibliotheek RAA signatuur 126E. de stromingen in het Zeegat van Texel vergde ook na die datum alle aandacht. Belangrijke oorzaak was de permanente aangroei van grote zandplaten die zich aan de Noorderhaaks hechtten en die geleidelijk naar de zuidkust van Texel 'wandelden' en daarmee de eb-getij- geulen in zuidwestelijke richting drongen. Dat leverde niet alleen grote gevaren op voor de dijkwerken, maar bracht ook risico's mee voor de (drukke) scheepvaart. Zo begon bijvoorbeeld al in de zeventiende eeuw het meest bevaren Spanjaardsgat te verzanden, een vaargeul die dicht tegen de westkust van Texel stroomde. Tegelijk verdiepte zich een nieuwe stroming, het Schulpengat, dat de al bestaande druk op Huisduinen sterk vergroot te. Zo bleef de Helderse Zeewering onderwerp van be spreking en overleg binnen de Gecommitteerde Raden, later Provinciale en Gedeputeerde Staten (GS), Rijks waterstaat en in onze tijd HHNK. Voor Rijkswaterstaat directie Noord-Holland was deze dijk in de negentiende eeuw jaarlijks de grootste kostenpost. De bouw van de Afsluitdijk in 1932 maakte aan de problemen geen einde, hij heeft ze eerder nog verder vergroot. Verbaast het dan te horen dat er in 1927 een moment is overwo gen de dijk naar 'binnen' uit te bouwen? Of dat er in de jaren 1947 en 1953 serieuze plannen zijn gemaakt om een inlaagdijk achter de Helderse Zeewering te leggen? De houdbaarheid van de bestaande dijk leek op dat moment bereikt. Het waren plannen die vreemd klinken in moderne oren: de tijd van het maken van inlaag- dijken was toch allang voorbij! Een zekere nuance in de redenering van Korff en Schoorl lijkt daarom op zijn plaats. Zolang getijstromingen door menselijk ingrijpen worden 42 Door de aanleg van de Nieuwe Haven in 1954 is de Vangdam voor een groot deel verdwenen. Stenen restanten liggen nog als een kilometers lang lint over het wad. (Schendelaar 2003). 43 De Bruyn (1977), 59/60. 44 Oprichter van Felix Meritis was J.H. van Swinden, hoogleraar wis- en natuur kunde in Amsterdam, en een van de mannen van 1795. 45 Brik(steen), afgeleid van het Franse woord brique, is steenslag van natuur- of baksteen, oftewel grof puin. 46 Zie over dit plan ook Schoorl (1987-1988), 26. 47 Korff (1958), 23. DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2013 | | pagina 22