JMiU,
/vWjgr
gulden waren 1775 en 1776. En dan zijn de niet gerin
ge kosten aan de Hollandse eilanden Texel, Wieringen,
Vlieland, Terschelling, Marken en Urk nog niet eens
meegerekend. Omdat het Noorderkwartier boven zijn
quote was gekomen, dat is zijn aandeel in de uitgaven
van het totale gewest Holland, betaalde het Zuider
kwartier ingevolge de Hollandse Statenresolutie van
21 januari 1774 tussen '74 en '84 jaarlijks enige dui
zenden mee.38 De maatregelen die toen zijn genomen
en in de negentiende eeuw werden voortgezet, waren
redelijk doeltreffend. Driekwart eeuw lang lijkt het
vrij rustig te zijn gebleven aan de Helderse Zeewering
dankzij de enorme hoeveelheden steen die met grote
regelmaat aan de voet van de dijk zijn gestort. Bij
recente peilingen zijn op sommige plaatsen lagen steen
aangetroffen van meer dan tien meter dik!
Laurens Brandligts ideeën over een beter
Nieuwe diep
Een oud probleem voor de scheepvaart kreeg na 1750
wel een (begin van) een oplossing. Vanouds wacht
ten de zeeschepen een gunstige wind af of scholen
bij stormweer en zware ijsgang op de Rede van Texel.
Gezien de bijnaam 'Scheepskerkhof' was dit nogal
riskant.39 Het zou beter zijn als ze niet langer hoefden
te wachten in open zee. Vanaf 1757 is van Amsterdam
se zijde een aantal jaren tevergeefs geprobeerd onder
beschutting van de Hors een ligplaats te vinden in de
Mokbaai. Vanwege de voortschrijdende aanhechting
van de zandplaat aan de Texelse kust liepen de plannen
op niets uit.40 Maar waar dan? Op een nieuw te zoeken
plaats moesten ook reparaties mogelijk zijn, vonden
althans schippers en Heldersen. Een idee om hiervoor
Qosi&r
&0
'Ulfi
UlfiJ/
Oude
Detail uit de kaart van de stromingen in het Marsdiep met het door Brandligt voorgestelde plan tot afsluiting van het Amsteldiep in combi
natie met het graven van een kanaal in verlengde van het Nieuwediep om de stroom daardoorheen te leiden ter verruiming en verdieping van
de haven en verbetering van de vaarweg voor kaag- en lichterschippers. Overgenomen uit Brandligt (1780), exemplaar in bibliotheek RAA
signatuur 52F3.
18
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750