GROEIEND WETENSCHAPPELIJK
INZICHT
plaatselijk smaller en ondieper; de geul wordt als het
ware de kust ingedrukt, maar veroorzaakt tegelijk erosie
van de kustlijn, die op haar beurt weer wordt tegenge
gaan door zandsuppleties.
Tegenhanger van de zandophoping aan de
noordelijke oever van het zeegat is de afschuring aan
de zuidkant. Ook dit proces is al honderden jaren aan
de gang en heel duidelijk te volgen tussen Vlieland en
Eierland, maar nog veel beter tussen Texel en Huisdui
nen. Eeuwenlang leed Huisduinen belangrijk landver-
lies, maar nadat men de Helderse Zeewering vanaf circa
1750 min of meer op haar plaats heeft weten te houden,
concentreerden de aanvallen van het getij zich op die
dijk: bij Kaaphoofd is de zee momenteel zo'n
50 meter diep! Dat tekent enerzijds het belang van
de dijk: zonder de zeewering was de Kop van Noord
Holland - en waarschijnlijk nog meer gebieden - al
lang in zee verdwenen. Maar het verklaart anderzijds
waarom bij Den Helder de strijd tegen de zee nooit
mag verslappen.
Hoe snel het proces van kustafslag (en -aan
groei) kan verlopen is te zien aan de noordpunt van
Eierland, een eilandje dat in de zeventiende eeuw werd
verbonden met Texel. Daar, op de plaats waar momen
teel de vuurtoren van De Cocksdorp staat, bevond zich
amper drie eeuwen terug de meest zuidelijke punt van
Eierland! Nog rond 1900 schreef Jac.P. Thijsse in het
Verkade-album over Texel dat men vanaf de vuurtoren
nog enkele minuten over het strand moest wandelen
naar het puntje van het eiland.
De ophoping van zand en de voortdurende
wijzigingen van platen en geulen in de buitendelta van
het Marsdiep betekenden en betekenen voor de scheep
vaart een aanhoudende zorg. Het Marsdiep is een
lastig vaarwater, maar wel een dat zich bevindt op een
knooppunt van handelswegen en al honderden jaren
internationaal van de grootste betekenis is. Het Zeegat
van Texel was de slagader van het economisch hart
van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden,
waarbij (bijna) alles was gericht op het economisch,
maatschappelijk en cultureel centrum, Amsterdam,
tevens de stapelmarkt, de plek waar de wereldhandels
stromen bijeenkwamen. De bloeitijd van de zeehandel
vond plaats in de zeventiende 'Gouden' eeuw. Rond
1600 bestond de Nederlandse vrachtvloot uit ongeveer
1500 grote zeegaande schepen. Zeker de helft daarvan
voer door de geulen tussen Huisduinen en Texel.21 Naar
schatting zijn er dat in de loop van de zeventiende en
achttiende eeuw enkele duizenden geweest. De stapel
markt is sinds de laatste decennia van de achttiende
eeuw verleden tijd, maar het belang van het Marsdiep
bleef, vooral voor de marine. De enorme diepte van het
zeegat maakt het bijvoorbeeld voor onderzeeërs moge
lijk te duiken, iets wat op de Waddenzee nooit kan.
Een Wisconstich Filosofisch Bedrijf
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
(1579-1795), een samenleving van praktisch denkende
mensen, ging wetenschapsbeoefening hand in hand
met nuttige technische toepassingen. Vooral wiskunde
was populair. Wiskunde wel te verstaan als verzamel
naam voor alle kennis die op rekenen met getallen is
gebaseerd; daaronder vielen ook geometrie en zee-
vaartkunde.22 Dank zij deze praktische wetenschap zag
men bijvoorbeeld kans meren droog te malen. Waar
om zou de techniek dan niet in staat zijn de natuur
op nog breder terrein te beheersen door bijvoorbeeld
de kusten van de Lage Landen effectiever tegen het
opdringende zeewater te verdedigen? Waarom steeds
dijken prijsgeven en nieuwe inlaagdijken aanleggen?
Het antwoord op deze vragen liet niet op zich
wachten. In Amsterdam maakte men zich grote zorgen
over de enorme massa's water die telkens bij noord
westerstormen via de twintig kilometer brede opening
tussen Texel en de vaste wal van West-Friesland de
Zuiderzee instroomden, daar de lage landen rondom
Amsterdam bedreigden en zelfs de Dam in de binnen
stad nogal eens blank zetten. Zou, om te beginnen,
een dijk tussen het vasteland en het eiland Wieringen
al niet het nodige soulaas kunnen bieden? Technisch
gezien leek een dergelijk plan realiseerbaar. Of durfde
men nog niet verder gaan door de hele Waddenzee
annex Zuiderzee af te sluiten?
Een eerste stap werd gezet in 1647, toen
Gecommitteerde Raden, het dagelijks bestuur van de
Staten van Holland in Hoorn, Dirck Pietersz. Abbe-
stee uit Callantsoog opdracht gaven om zuidelijk van
Huisduinen peilingen te verrichten in het Amsteldiep.
De bedoeling was na te gaan of de bouw van zo'n af
sluitdijk naar Wieringen mogelijk was. Een tweede stap
volgde twintig jaar later. Hendrik Stevin, zoon van de
bekendere Simon, en evenals zijn vader zeer bedreven
in wiskunde, publiceerde in 1667 een boek met als
titel Een Wisconstich Filosofisch Bedrijf. Daarin komt
19 Om de berekeningen te kunnen doen is de Waddenzee als het ware (theore
tisch!) verdeeld in waterpartijen die onderling gescheiden zijn door wantijen.
Maar ondanks alle wetenschappelijke bagage van professor Elias en andere
medewerkers bij Deltares zijn er nog geen exacte cijfers te geven.
20 De processen van verlanding en verzanding in het Zeegat van Texel werden
prachtig door Schoorl gereconstrueerd in De Convexe Kustboogdl.. 2,
356-388. De tekeningen van de bewegingen van de Hors zijn zonder meer
juwelen.
21 Over de gevaren voor de scheepvaart en de betonning in het Marsdiep zie
Bremer (2008), 11-15; 106 e.v.
22 Zie Snelders (1980), 101-122; Van Berkel (1983), 35-97; Dijkstra e.a. (2012),
9-53; Struik (1990).
DE HELDERSE ZEEWERING SINDS 1750
13