werd de balk waar de ketting aan vastzat uit
het ondertafelement losgerukt. Het Waterschap
Schoorl begon direct met de voorbereiding
van de restauratie van de zwaar beschadigde
molen. Die werd voltooid door het opvolgende
Waterschap Het Lange Rond. De kosten
beliepen bijna 200.000 gulden, waarvan een
belangrijke deel door subsidies werd gedekt.
Het werk werd uitgevoerd door J.K. Poland uit
Heerhugowaard. De heer Fernig keerde nadat
alles achter de rug was als molenaar in de
molen terug.
Helaas vatte de molen op 6 februari 1991
door een schoorsteenbrand - de woonruimte
werd verwarmd met kolenkachels - opnieuw
vlam. De brand ontstond hoog in de molen.
De aanwezige oppas moest de molen met de
kinderen van molenaar Fernig - een baby van
vier maanden en een peuter van drie - hals
over kop verlaten. Opgejaagd door de harde
oostenwind stond de molen binnen korte tijd
helemaal in lichterlaaie. Dijkgraaf Hein van
der Pal van Het Lange Rond kwam zelf na
afloop poolshoogte nemen. Hij zwaaide in de
krant lof toe aan de Schoorlse brandweer en
verklaarde: "Ik ben achteraf verbaasd wat er
nog van de molen over is. We zullen nog
moeten bekijken of herstel ook werkelijk
mogelijk is". De kosten van dat herstel werden
begroot op 435.000 gulden. Wegens de
extreem hoge premie voor molens was
daarvan slechts 150.000 gulden gedekt door
de verzekering. Het Lange Rond besloot
echter toch vlot tot restauratie en het
subsidiabele deel voor te financieren om
vertraging te voorkomen. Het werk kwam in
mei 1992 gereed.
Besluit: steen en zand, zout en zoet
Bij Petten bevond zich al rond 1400 een 'zwakke
schakel' in de Hollandse Noordzeekust. Na de
rampzalige stormvloed van 1421 is er eigenlijk
continu aan de versterking van dit punt gewerkt.
Eerst probeerde men het met zanddijken om
nieuwe duinvorming op gang te helpen. Aan het
begin van de 16e eeuw werd het pal op het
noordwesten liggende stuk bij Petten voorzien van
indrukwekkende strandhoofden en andere
versterkingen van paal en steen. Het mislukken van
deze grote ingreep in het dynamische kustsysteem
tekende zich al rond 1550 af, maar bleek
overduidelijk tijdens de Allerheiligenvloed van
1570. Uiteindelijk keerde het verantwoordelijke
Hoogheemraadschap van de Hondsbossche aan het
begin van de 17e eeuw terug naar een zanddijk
beschermd door een breed strand en daarmee
maakte de Zeewering weer deel uit van het
natuurlijke zanderige kustsysteem.
In 1796 werd opnieuw begonnen met de aanleg
van strandhoofden en in de jaren-30 van de 19e
eeuw verrees er een paalscherm voor de zanddijk.
In de jaren-60 bleek duidelijk dat deze combinatie
van dynamische (zanddijk) en statische (hoofden
en paalscherm) verdedigingsmiddelen niet goed
werkte. Onder leiding van dijkgraaf Cornelis Van
Foreest werd rigoureus gekozen voor een totale
verharding. Basalt vormde de kern van zijn plan.
Sindsdien vormt de Zeewering als in de 16e eeuw
een nieuwe rotskaap in de duinenkust. De
verhoging van de Hondsbossche tot Deltahoogte
betekende niet anders dan een verdere versterking
van deze kunstmatige rots.
Aan het begin van de 21e eeuw kwamen
langzamerhand de grenzen van deze ontzag
wekkende kustverdediging in zicht. In 2003 bleek
dat delen van de kust, waaronder de Hondsbossche
en Pettemer Zeewering, niet meer aan de normen
voldeden, of binnen 20 tot 50 jaar zullen voldoen.
Na een langdurige discussie en het nodige
onderzoek is inmiddels besloten tot een zeewaartse
versterking van de 'zwakke schakels' in de
Noordzeekust met behulp van grote
zandsuppleties. Voor de Hondsbossche komen
duintjes en een zandstrand. Dit staat aan erosie
bloot, maar tegenwoordig zijn we in staat het aan
te vullen wanneer dat nodig wordt. In het licht van
de zes eeuwen omvattende historie van de
Hondsbossche is het een verhaal van 'deja vu' of
sinds het verschijnen van de gelijknamige speelfilm
'back to the future'. Eeuwenlang bestond de
kustverdediging bij Petten immers vooral uit zand.
Deze aanpak betekent wel dat de speciale rotsflora
en -fauna op de Zeewering zullen verdwijnen, een
feit dat alle betrokken partijen heel goed
onderkennen.
Hoe de constructie van de Hondsbossche in het
De Hargermolen in 1984. Regionaal Archief Alkmaar.
Rots in de branding?
33