'Achteraf verbaasd wat er nog van de molen over is'
De rode haan en de Hargermolen1
De Hargermolen vormt een schitterend en zeer markant monument in het open landschap achter de
Hondsbossche Zeewering. De bouw van de molen werd gehnancierd met het na de Engels-Russische
invasie van 1799 uit Den Haag ontvangen voorschot. Het werk werd op de openbare aanbesteding gegund
aan de Zaandammer molenmaker A. Latenstein voor 13.500 gulden. De molen kwam in december 1803
gereed. Het scheprad werd in 1871 vervangen door een vijzel. In 1912 kwam de bouw van een "vlugthuis"
bij de molen ter sprake waarin de molenaar zich met zijn gezin tijdens onweer en bliksem in veiligheid
kon brengen. Het polderbestuur vond het te duur en ook een voorstel van molenmeester A. van Lienen om
een bliksemafleider op de molen aan te brengen haalde het niet.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam overstap op elektrische bemaling ter sprake. Directe aanleiding was
de pensionering van de molenaar, die de woning in
eigendom had. Men zou die dus moeten overnemen.
Het polderbestuur liet W. Moejes een begroting
maken. De kosten verbonden aan de bouw en
exploitatie van een elektrisch gemaaltje vielen mee
en in december 1947 werd inderdaad besloten deze
stap te zetten. Dit leidde tot protesten van de
Vereniging De Hollandsche Molen. Een adviseur van
deze Vereniging rekende voor dat het opknappen en
inrichten van een woning in de molen zelf veel
goedkoper was dan een gemaal. Bovendien kon de
molen verbeterd worden door het aanbrengen van
fokwieken, waardoor hij ook bij weinig wind nog
goed kon draaien. De polder ging om en liet de
molen in 1949 door A. Droog uit Kolhorn herstellen.
Ook kreeg hij als eerste molen in Noord-Holland
fokwieken en er werd een woning in het interieur
getimmerd. De totale kosten beliepen bijna 9.000
gulden.
Na zware wateroverlast in de herfst van 1960
werd er in het voorjaar van 1962 een
hulpaandrijving met een dieselmotor op de vijzel
gemonteerd. In maart 1963 volgde het besluit
helemaal niet meer op de wind te draaien. Dan had
de molenaar veel minder werk en kon zijn salaris
stevig omlaag. In verband met de subsidies voor
molenonderhoud kwam de polder hier echter een
paar jaar later op terug.
Op 3 januari 1976 sloeg de molen tijdens een
zware storm op hol. Door de wrijving ontstond
brand in de kap. Het vuur werd om twee uur 's
nachts door de buren ontdekt. De brandweer van
Schoorl was er snel bij, maar kon in het barre weer
weinig uitrichten. Om half vier arriveerde de
brandweer uit Alkmaar met twee waterkanonnen en
daarmee werd de brand bedwongen. De in oktober
1973 officieel aangestelde vrijwillige molenaar Huug
Fernig - in het 'gewone' leven werkzaam in de
grahsche industrie - had de molen goed Plattegrond van de Hargermolen met waterlopen, circa 1930.
vastgelegd, maar door de ongekend harde wind RAA, AVHP inv.nr. 33.
1 Kader gebaseerd op Aten, Inventaris Harger- en Pettemerpolder (1999), 7-9; Aten, Inventaris Waterschap Schoorl (1999), 2; Brock (2007), 96;
Alkmaarsche Courant, 5-1-1976, 7-2-1991.
Af ï'Ufr -B-n rrfl- iiieet/jW
32
Rots in de branding?