1954 (schade 200.000 gulden) en de stranding van
het grote Belgische vrachtschip 'Limbourg' in 1955
(schade 250.000 gulden, wel vergoed door de
reder) bovenop. Het meest verraderlijke noemde ir.
Boltje van NHNK achteraf de verdieping van de
onderzeese oever. De bestorting voor de hoofden
bleek hierdoor onhoudbaar. Men kon niet langer
onder het aanbrengen van zinkstukken rond de
koppen van de hoofden uit om de onderzeese
oever beter vast te leggen. In 1955 stelde NHNK
een groot 'bezinkingsplan' op. De uitvoering ging
een jaar later van start. NHNK schafte het nodige
nieuw materieel aan waaronder hijskranen
waarmee zelfs steen in zee werd geslingerd en
DUKW amhbievoertuigen. Alleen al in de jaren
1956-1958 werd 22.000 vierkante meter zinkstuk
verwerkt, afgestort met 43.000 ton steen. De kosten
beliepen anderhalf miljoen gulden. Boltje meldde
tijdens een persconferentie gehouden in het
'Wapen van Petten' in oktober 1958 trots dat alles
in eigen beheer was uitgevoerd. Hij bracht meteen
hulde aan de dijkwerkers die zich na de
aanschaffing van het nieuwe materieel helemaal
hadden moesten 'herscholen'.13
Dit alles neemt niet weg dat de Zeewering van
Cornelis van Foreest in feite onveranderd bleef tot
de verhoging op Deltahoogte in de tweede helft
van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen
ging de dijk over de volle lengte rigoureus op de
schop. Maar basalt bleef letterlijk en hguurlijk de
hoeksteen van de verdediging van de dijk en de
hoofden. De verantwoordelijke ingenieur B.
Zuidweg van NHNK schreef in 1986 over de op
Deltahoogte gebrachte Hondsbossche: "Het werk
heeft ongeveer f. 34.000.000,- gekost. Het resultaat
is een goede dijk, die weerstand kan bieden voor
een lange reeks van jaren aan de hoge stormen van
de zee".14
Schade bij Camperduin na de februaristorm van 1953. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Heerhugowaard.
Werken bij Camperduin in het kader van het op Deltahoogte
brengen van de Hondsbossche, 1978. Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier, Heerhugowaard.
13 Noordhollands Dagblad, 28-10-1958.
14 Zuidweg (1997).
Rots in de branding?
13