- ~r:_~ uitzigt hebben, dat dit bolwerk van Noord-Holland aan de verwachtingen zal beantwoorden en weinig gevaar meer te duchten is".8 Bovendien werden in de jaren 1853-1856 ook nog zeven nieuwe hoofden aangelegd.9 Basalt en beton Vader en zoon Cornells en Pieter van Foreest10 De na de dood van dijkgraaf Kluppel in 1862 aangetreden nieuwe dijkgraaf, de Alkmaarse jurist P.A. de Lange, werd direct geconfronteerd met een stormachtige winter. Een eerste storm op 19-20 december 1862 sloeg al grote happen zand uit de dijk weg, ondanks het onder het geweld van de golven in al zijn voegen krakende paalscherm. Op 26 december volgde een tweede storm en op 19 januari 1863 nog een derde. Na deze laatste storm schoof zelfs bij Camperduin de kruin van de doornatte zanddijk over een lengte van 100 meter naar beneden. De Lange besefte hierna duidelijk de fout in de gedachtegang achter het paalscherm: in het tegenwoordig stelsel [ligt] dit bezwaar dat men een geweldige kracht plotseling wil bedwingen. Geen spoortrein doet men dadelijk stilstaan, geen molenas, door een storm snel rondgedraaid, wordt plotseling gevangen; maar de paalregel, digt gesloten, ontvangt de volle, onbetemde, onverminderde golfslag, als om hem te dwingen dadelijk terug te gaan".11 Dijksteen1 De na 1795 voor de hoofden gebruikte steen was afkomstig uit de omgeving van Doornik aan de Schelde. Het gaat om een donkerblauwe hardsteen die bij verwering zilvergrijs kleurt. Er zijn soms witte puntjes en kringetjes van fossielfragmenten te zien. Het Hoogheem raadschap van de Hondsbossche besteedde eerst het maken en het onderhoud van de strandhoofden integraal met de benodigde materialen aan. In de herfst van 1809 lukte dit niet meer voor een redelijke prijs doordat een Engelse strijdmacht in augustus in Zeeland was geland en de vaart over de Schelde blokkeerde. Daarom werd besloten zelf de benodigde steen in te kopen. Alleen grote, zware brokken waren geschikt, lichte spoelden te gemakkelijk weg. Men ging door met de inkoop van steen voor rekening van de Hondsbossche tot de stormramp van 1825. Er lag toen zoveel losgeslagen steen op het strand dat men daar geruime tijd mee vooruit kon. Uit de administratie van het hoogheemraadschap valt op te maken dat er alleen al tussen 1809 en 1825 ruim 25.000 ton steen in de Zeewering werd verwerkt. Dat komt neer op circa 9.000 kubieke meter ofwel de inhoud van 25 doorsnee woonhuizen. En dit is nog maar het topje van de berg die in de loop van de eeuwen in de Hondsbossche is verwerkt. Een belangrijk deel van die steenmassa zit tegenwoordig nog in het zand van de onderzeese oever verborgen. f*ti -bCP «tl -I -r E-fe|)IISï%lf nil 1*11 lE| I SIM Jil«ï - Profielen van de Zeewering met het paalscherm. Stippellijn: de zanddijk na de storm van 1849. Doorgetrokken lijn: idem na de storm van 1853. Regionaal Archief Alkmaar. 8 Geciteerd bij Aten, Nieuwjaar (1997), 3. 9 Ibidem, 4-5. 10 Behalve waar anders aangegeven is deze paragraaf gebaseerd op Aten, Nieuwjaar (1997); Van Loo, Van Loo-Mulder (2006). 11 Geciteerd bij Aten, Nieuwjaar (1997), 7. 1 Kader gebaseerd op Aten, (2005), m.n. de tabellen 1 en 2 op p. 20; Huitema (1947), 44-46. 10 Rots in de branding?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2012 | | pagina 12