De WESP, de Water En Strand Profiler bij Petten, een meettoestel van Rijkswaterstaat.
De WESP in volle actie met op de achtergrond een
sleephopperzuiger die bezig is te 'rainbowen', zand
opspuiten voor de kust.
twintig kunnen ze het onderhoud aardig bijbenen.
Het lastigst is het zwerfvuil. Het normale
aanspoelsel op het asfalt wordt met een borstel
wagen opgeveegd. Maar de troep die over De
Dijk wordt geblazen en aan de achterkant in het
gras terecht komt moet met de hand verzameld
worden. Daar worden jongens en meisjes van een
sociale werkplaats voor ingeschakeld. Die vinden
dat prachtig werk, zegt Minze. Ze zijn heerlijk
buiten en ze zien hoe de De Dijk ervan opknapt
als alle troep weer weg is. En dan maar hopen
dat die sociale werkplaatsen niet wegbezuinigd
worden.
Om zijn verhaal over de dagelijkse zorg voor
De Dijk aanschouwelijk te maken neemt Minze me
mee op een strekdam. Wijst me de verschillende
steensoorten: de Belgische bloksteen, de grauw-
acke, de breuksteen die tussen het basalt gestort
net zo sterk als het natuurproduct, vindt Minze.
Het imposantst zijn de enorme bergen met al
even enorme rolkeien. Ik herinner me het tafereel
na een storm: De Dijk lag bezaaid met rolkeien.
Door het water losgewoeld uit De Dijk en omhoog
gestuwd over basalt en asfalt. Alsof er een reus
aan het knikkeren was geweest. Dan kwam er een
vrachtwagen met een grijparm, een soort reuzen-
klauw die mooie rolronde, granieten jongens opha
len. Tegenwoordig zie ik dat zelden meer. Dat komt
door Minze. Die heeft die rolkeien aan de voet van
de dijk en de langs de strekdammen laten vastleg
gen met gietasfalt.
De Dijk wordt steeds steviger, vindt hij. Kost
steeds minder aan onderhoud. Vroeger was dat een
miljoen per jaar. Nu veel minder. Met een man of
Werf en opslagplaats van het hoogheemraadschap zijn een
waar konijnenparadijs.
De Dijk