mogen, hijsen ze zich over de dijk op het juiste
moment als het tij de strekdammen bloot legt
en gunstig is voor de vis. Zulke mannen kunnen
je urenlang versteld doen staan met hun kennis
over soorten aas, de gedragingen van schol, poon
en harder en de nukken van het water rond de
Hondsbossche. Of je dat nog spelen kunt noemen?
Voor nog weer een ander type visser is De Dijk
een handige bootjeshelling. Op dagen dat de zee
zich redelijk koest houdt, zie je ze her en der op
zee drijven, hengels overboord. Ze zijn lid van een
speciale bootvisvereniging, 't Hontbos. Met een
trekker lanceren ze hun scheepjes vanaf een trailer.
Als landrot denk ik weleens: je moet maar durven
met zo'n notendopje op de woelige baren. Maar het
schijnt dat de vangsten dubbel en dwars de moeite
waard zijn.
Hun visgebied is erg gevarieerd met, volgens
de mannen zelf, een paar goede stekken. Zoals
de Oude Rijndijk, restanten van een verdron
ken zeewering uit de vijftiende eeuw. De resten
van verdronken dorpen uit die tijd. En de
Pettemmerplaat, een ondiep keileemgebied onge
veer drie kilometer uit de kust voor Petten. Veel
vis is er ook te vinden rond wrakken en die liggen
er genoeg. Daar heb je als vogeltjesman toch geen
idee van. Goed dat er kerels zijn die weten wat er
onder water te beleven valt.
ken eropuit alsof ze een persoonlijke oorlog uit te
vechten hebben met de elementen. In waadbroek,
behangen met emmers, een zitmeubel annex
spullenkast, hengelstandaards, en gewapend met
hengels ter waarde van een klein burgermansver-
M^dHtaAÉiiÉi
T Ji
-
va*
f
Vissen langs De Dijk.
Winterwandeling.
30
De Dijk