Een stoere speeltuin
De steenzetters die op De Dijk aan het werk zijn,
zullen weleens denken: dat is toch nooit de bedoe
ling geweest. Hun Dijk, hun trots van steen, asfalt
en beton, redder van het Noord-Hollandse polder
land, stavast bij hoogwater en windkracht twaalf,
lijkt soms wel een speeltuin.
Ik heb De Dijk gezien als decor voor zang en
dans, als podium voor een drummer, als beelden
tuin voor kunstwerken, die niet altijd berekend
waren op de kracht van de elementen.
Vijfenzestigplussers uit het land met de zachte
ghee, snorren vrolijk en elektrisch over het asfalt,
van het ene terras naar het andere. Ze hebben
waarschijnlijk geen idee dat op diezelfde plek waar
ze windje-in-de-rug voortpeddelen bij ander weer
de stukken wrakhout je om de oren kunnen vlie
gen.
Duitse mevrouwen, bijna altijd van stevig
postuur, slepen hun stretcher naar het strandje dat
bij laagwater droogvalt in de oksel van een strek
dam. Daar strekken ze zich in overgave aan de zon.
Ze vinden de Hollandse kust maar wat geriefelijk.
Niet te veel zand, en een geplaveid pad met keuri
ge trap van parkeerplaats naar zee. Waar zou het
meisje met de pullen bier toch blijven?
Gullen en harders
En dan zijn er de hengelaars, die echt wel weten
waar die strekdammen voor dienen, maar die ze
dankbaar gebruiken als stek voor het uitgooien van
een simmetje. Soms is het een simpele jan in spij
kerbroek en laarsjes met een enkel werphengeltje.
Na een uurtje kan hij naar huis met een scharretje
en gulletje. Maar de meeste zeehengelaars trek-
Lekker trainen.
Een weidse speeltuin.
De Dijk
29