gepluimde hoorncelpoliep - zeevitrage - harige
vliescelpoliep - steencelpoliep - grote vloslak -
muiltje - gorgelpijpknotsslak - brede ringsprietslak -
alikruik - ruwe alikruik - rosse sterslak -
schaalhoren - slanke knotsslak - schilferige
dekschelp - noordse rotsboorder - mossel - gewone
zeester - gewone zeeappel - glasvlo - noordzeekrab -
Nieuw-Zeelandse zeepok - gewone spinkrab -
havenpissebed - fluwelen zwemkrab - gewone
heremietkreeft - gewone steurgarnaal - ruig krabje -
porseleinkrabbetje - harige porseleinkrab - gewone
zeepok - ritspok - stekelzeespin - foksie - harige
zakpijp - doorschijnende zakpijp - zeebes
Amen
Zilte planten
De Hondsbossche is de ideale plek voor een aantal
plantensoorten, die je alleen op dit soort zeedijken
kunt vinden. Op het eerste gezicht lijken ze niet
bijzonder, maar dat zijn ze wel. Ze houden van
zout. Dat geeft ze het voordeel dat ze alle ruimte
hebben op plekken waar normale planten het niet
uithouden. Ze zijn vooral aan de zeekant van De
Dijk te vinden en hebben zich schrap gezet tegen
stormwind in de voegen tussen het beton. Een heel
elegante zoutliefhebber is de hertshoornweegbree.
Staat overal en is niet te missen. Vrolijk wit bloeit
het lepelblad, dat niet alleen hier groeit en bloeit
maar ook massaal in de middenbermen van de
rijkswegen, doordat daar 's winters zout gestrooid
wordt. Ook die plant met die rare naam en lilabloe-
men ontbreekt niet: de zeeraket. Overleeft dankzij
haar dikke, vettige bladeren. Net als de strand-
melde. Speciaal voor de neus groeit er de zeealsem,
zo heerlijk geurig, die vroeger in gedroogde
toestand gebruikt werd tegen de motten in de
linnenkast. Een aftreksel schijnt te helpen tegen
darmparasieten. Echt spectaculair is de zeekool, de
wilde voorvader van alle eetbare koolsoorten, die
hier bloeit met grote witte bloemboeketten. Vooral
nog te vinden op het Pettense deel van De Dijk.
Een plantenkenner mag me nog eens verklaren
waarom er op de kop van de Pettense Dijk zoveel
moois groeit. Is het omdat De Dijk daar een ietsje
ombuigt en net iets minder de westenwind pal van
voren krijgt? Of zit het hem in de bestrating: lekker
warme, zwarte kunstmatige keitjes. Ik betrapte daar
laatst nog eens een gezelschapje botanici die er
niet uitgekeken raakten en veel te noteren hadden.
Een maand later zat het er vol met spragende
steenlopertjes.
p.s. Spragen is een onvertaalbaar West-Fries woord.
Het betekent zoveel alslekker zitten niksen in het
zonnetje, als dat tenminste niet te heet is, in de ochtend
of de avond. Poezen kunnen heel goed spragen.
Hertshoornweegbree.
Spragende steenlopertjes.
Strandmelde.
Zeekool.
De Dijk
13