t-r i gebracht. Laag over het water zie je slierten rotgan zen, eidereenden, of aalscholvers gaan. Dat ziet er efficiënt en gedisciplineerd uit. Wat slordiger zijn groepjes van de razendsnelle steltlopertjes: ture luurs, kanoeten, bonte strandlopers, scholeksters of rosse grutto's. Reizende meeuwen maken graag gebruik van de stijgwinden tegen De Dijk op. Zonder een vleugel te verroeren glijden ze op de constante luchtstroom voorbij. Heerlijk om te zien. Het zijn van die momenten dat je best ook even vogel zou willen zijn. En dan ineens is er rottig heid langs de dijk. Meeuwen krijsen, vliegen wild heen en weer. Steenlopertjes gaan er vandoor. Er is paniek. Die grote grauwe vogel, die wel op een onvolwassen meeuw lijkt, blijkt een jager te zijn. Jagers zijn roofmeeuwen uit het noorden. Zij reizen met de trekkende gezelschappen mee om er de zwakke broeders uit te pikken voor consumptie. De trek van jagers kan sommige jaren spectaculair zijn. Dan komt de ene na de andere middelste jager langs scheren, laag over het asfalt zwevend met af en toe een uitval naar buit op de strekdammen. Jagers langs De Dijk betekent opwinding in vogelaarsland. Dan is het eventjes druk met tele scopen. Maar die zijn eigenlijk overbodig. De jagers, die nog nooit mensen hebben gezien, scheren zo vlak langs je heen, dat je de lichtjes in hun ogen kunt zien. Nog groter is opwinding, als er foeragerend op een strekdam een burgemees ter is gezien, het liefst een grote burgemeester (de kleine bestaat ook), inderdaad een grote pracht- meeuw, die helemaal wit is met wat lichtgrijs op het vleugeldek. Een exoot uit het hoge noorden. Vlinders op reis De luwte van De Dijk boven de oostelijke krui- denrijke grashelling is een ideaal stuk snelweg niet alleen voor kleine vogeltjes maar ook voor trekvlinders. Een paar jaar geleden was het niet mogelijk ergens naar te kijken zonder distelvlinders te zien. Ze waren overal en dat weken lang. Dat was een uitzonderlijke invasie vanuit Noord-Afrika. Meer geregeld zijn de jaarlijkse trekvluchten van distelvlinders, gamma-uilen en van atalanta's vanuit Spanje. Op De Dijk zijn genoeg bloeiende planten, waaruit de vlinders wat nectar kunnen bijtanken. Tapuiten op trektocht Ook de groene kruin van De Dijk is voor een aantal kleinere vogels een prettig stuk trekroute. Ineens zie je de ene tapuit na de andere opvliegen en dan weer scharrelen tussen de betonblokken, die een paar jaar geleden een te groot deel van de grasdijk hebben bedekt. Even nog wil je denken dat de tijd van toen weer is teruggekeerd: toen de dijk een bolwerk was van broedende tapuiten. Altijd fladderde er wel het kenmerkende witte stuitje van een tapuit als een vlinder voor je uit. Maar dit is trek. Met de tapuiten in de Nederlandse duinen gaat het beroerd. Ze handhaven zich alleen nog ten noorden van Petten. Maar Scandinavië is nog steeds een puik tapuitenland. De trek daarvan daan of daar naartoe gaat soms wekenlang door. Een echt dijkvogeltje is de sneeuwgors op trek tocht. Sneeuwgorzen schijnen in het gras op de - llv Voor de tapuit op trektocht is De Dijk een gebaande weg. 10 De Dijk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2012 | | pagina 12