kleine gezelschapjes van kanoeten, die in deze tijd
van het jaar muisgrijs zijn en nauwelijks opvallen.
Nog moeilijker te spotten zijn paarse strandlopers.
Vogelaars kijken ernaar uit, want die zie je zeker
niet elke dag.
Scholeksters, met of zonder kraag
De mensen die middels tellingen de stand van
zaken in de vogelwereld bijhouden, zijn het erover
eens: het gaat niet goed met de scholeksters.
Voorlopig zien we er nog genoeg, maar dat komt
doordat deze vogels heel lang leven, soms wel
45 jaar. De aanwas van jonge vogels blijft echter
achter. Het gaat te ver hier de oorzaak van dit
probleem te verklaren. Het kan samengevat worden
met 'veranderend landschap'. Daarom kan je met
meer dan gewone belangstelling kijken naar de
scholeksters die zo vaak op de rotsbodems van de
strekdammen te vinden zijn. Het is voor hen het
ideale restaurant. Wij in Noord-Holland noemen ze
bonte pieten, in het Engels heten ze oystercatchers,
oestervangers. Dat iets zegt over hun eetgewoon
tes. Zij het een beetje overdreven. Oesters rennen
niet en hoeven niet gevangen te worden. Wel is
waar dat veel scholeksters gespecialiseerd zijn in
het openbreken van tweekleppige schelpdieren.
Ze vinden op de 'rotsen' van de Hondsbossche
een onuitputtelijke voorraad jonge mosselen. Ook
verdenk ik ze ervan dat ze met hun lange, rode
beitel zeepokken te lijf gaan.
Als ze daar zo bezig zijn, scan ik even hoeveel
kraagjes ik zie. Schollies met een wit nekbandje
zijn jonkies en vertegenwoordigen de toekomst.
Meestal zijn het er niet meer dan twee op tien
bonte pieten.
En dan komt er net die vent met zijn hond aan,
die de hele club de lucht injaagt. Het zit ze niet
mee.
Niet gewoon maar meeuwen
Soms is er geen meeuw te zien, soms zit het er
vol mee. Strekdam, na strekdam bijna wit van de
vogels. Er zijn mensen die de Hitchcockfilm te vaak
gezien hebben en die er rillingen van krijgen, maar
je kunt ook afvragen waar die meeuwen allemaal
vandaan komen. De grote meeuwenkolonies in
de Schoorlse duinen zijn eind vorige eeuw door
de vos 'geruimd'. Sindsdien zitten er meeuwen op
daken in de dorpen en steden langs de kust, tot
in Alkmaar. Maar kenners geloven dat toch het
merendeel van onze Dijkmeeuwen afkomstig zijn
van (vosvrije) kolonies op Texel, een van de laatste
bolwerken waar het nog enigszins redelijk gaat met
de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw.
Scholeksters in de verdrukking.
8
De Dijk