grond beschikbaar: een gedeelte van de Noorder
IJpolder, dat tot dan toe agrarisch gebied was.
Bijkomstig voordeel was, dat deze plek dicht bij de
geplande industrievestigingen lag. Op 16 juli 1919
stemde de gemeenteraad op voordracht van B&W
in met een krediet van vier miljoen gulden voor het
bouwproject. De raad was blijkbaar doordrongen
van de urgentie, getuige deze uiterst korte dialoog
tussen SDAP-raadslid Henri Wollring en de liberale
burgemeester Jan Willem Tellegen:
De heer H. WoUring: 'Mijnheer de Voorzitter! Mag ik
hierover het woord?'
De Voorzitter: 'Hier is haast bij. Laten wij dat liever
nu afdoen'.
De heer Wollring: 'Dan zie ik van het woord af,
mijnheer de Voorzitter'.6
In mei 1921 konden de eerste woningen worden
betrokken. Tuindorp Oostzaan was een ontwerp
van de architecten B.T. Boeyinga en J.H. Mulder.
Door middel van poorten creëerden zij in het dorp
een 'buurtgevoel' en onderlinge samenhang. Een
dorpse sfeer ontstond door de lage goothoogte,
flinke kappen en door de pleintjes. Een brochure
uit de begintijd typeert Tuindorp Oostzaan als 'een
nederzetting met zeer bewoonbare, comfortabele
eengezinswoningen.' De huisjes gaven 'met hun
lage ramen en kleine ruitjes en hun groene deuren
met kloppers een aspect van prettige intimiteit aan
de straten en pleinen'. Tuindorp Oostzaan gold als
het 'ideale arbeidersdorp'. Sommigen vroegen zich
zelfs af 'of we op die manier de arbeiders niet wat
teveel verwennen'.7
l-.Fi:i£Lirjki :=l-ei TuLiL-üürp Oos-=.iir. ArJisI"ajjii
YtTLiiipinir
BqiAh+ |ftirji!
Een straatje in Tuindorp Oostzaan en de indeling van
de woningen. Ontleend aan De woningwet 1902-1929
(Amsterdam 1930).
Tuindorp Oostzaan in aanbouw, circa 1921.
8
De Vergeten Watersnood