moesten evacueren, 4500 gebouwen werden verwoest. De schade bedroeg 1,5 miljard gulden.103 Het Nationaal Rampenfonds sprong bij en een grote nationale geldinzamelingsac tie ('Beurzen open, dijken dicht') bracht 138 miljoen gulden op. Al snel bleek, dat er van alles mis was met de dijken, dat de alarmering totaal had gefaald, dat veel bestuurders zich niet slagvaardig toonden en dat de hulpver lening ernstig te wensen overliet. De schuld vraag werd echter uit de weg gegaan, zowel door de grote fracties in het parlement als in Provinciale Staten van Zeeland. Dominee P. Zandt van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP): 'Het onheil dat ons getroffen heeft, is er geen van blinde natuurkrachten. Neen, het is ons toebeschikt tot onze lering en beke ring voor Hem, zonder Wiens wil geen muske ter aarde valt'. Alleen CPN-fractievoorzitter H. Gortzak wees op het feit, dat ingenieurs al ver voor 1953 hadden gewaarschuwd voor de te lage en zwakke dijken. De regering had die waarschuwingen in de wind geslagen omdat zij liever geld stak in de opbouw van het leger.104 De regering en ook de meeste parlementariërs achtten het beter op 'een passend moment' over de oorzaken van de ramp en de schuldvraag te spreken. Dat moment is er nooit gekomen. Ook de polder- en waterschapsbesturen en de gemeenteraden gingen de schuldvraag uit de weg. Het bestuur van het waterschap Stavenisse kwam pas vier maanden na de ramp bijeen, en wijdde slechts één zin aan de watersnoodramp: 'De voorzitter vindt het een voorrecht dat wij allen nog gezond zijn en de ramp hebben over leefd'. Rijkswaterstaat deed ook niet aan kritisch zelfonderzoek. Directeur-generaal Maris van Rijkswaterstaat en minister Algera van Verkeer en Waterstaat namen na de ramp een laffe houding aan.105 De pers liet het er eveneens bij zitten. 'Waar zovelen in de dagen der ramp spoed zichzelf wegcijferden en alles gaven voor anderen, zwijgt de kritiek', aldus de Provinciale Zeeuwse Courant.106 Over de ramp werd slechts geschreven 'met eerbied voor de slachtoffers en met geestdrift voor de stoere helden, de onbuigzame werkkracht en de warme saam- horigheid'.107 Televisie was er nog niet, dit was nog een echte 'radioramp'. Trauma's werden niet behandeld maar weggestopt, waardoor men de gevolgen van de ramp nooit meer te boven kwam. Veel diepgelovige Zeeuwen zagen in 'de Ramp' de hand van God en wilden er verder niet over praten. Toen historica Selma Leydesdorff in de jaren tachtig aan de hand van gesprekken met slachtoffers de ramp alsnog een plaats gaf in onze nationale geschiedschrijving, vond zij mensen wel bereid om te praten, maar vaak alleen op basis van anonimiteit. Zelfs fami lieleden en kennissen mochten niet weten dat er een gesprek plaats vond.108 3. Nadat hoge waterstanden in de Rijn, Maas en Waal in 1993 al voor veel overlast hadden gezorgd, ontstond eind januari 1995 een noodsituatie in het Gelderse rivierenge- Hoog water bij het Gelderse dorpje Kekerdom, kerstmis 1993. Foto auteur. 72 De Vergeten Watersnood

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2011 | | pagina 73