De gemeente Amsterdam vindt dat er aanlei ding is om zelf verder onderzoek in te stellen. 'Gemeente-experts delen prof. Thijsse's mening niet', aldus een krantenbericht.91 Wethouder Goos van 't Hull van Publieke Werken: 'Mijn deskundigen hebben een andere mening dan prof. Thijsse. Voor ons is thans de weg vrij met ons eigen onderzoek door te gaan. Men kan bij het rapport van prof. Thijsse veel vraagtekens stellen. De hoogleraar doet dit, zoals nadrukkelijk uit het rapport blijkt, zelf trouwens ook. Hij geeft alleen maar een waarschijnlijke, maar daarom toch altijd nog niet meer dan een vermoedelijke oorzaak aan'.92 Met 'mijn deskundigen' bedoelt de wethouder vermoedelijk de directeur van de dienst Publieke Werken. Die merkt de waterleidingbuis als hoofd schuldige aan. Hoewel de leiding 0,8 - 1 meter uit de kant van de wegverharding was gelegd, zou volgens de directeur der Publieke Werken bijvoorbeeld een zware vrachtauto over de gras berm kunnen zijn gereden en de buisbreuk hebben veroorzaakt. Maar volgens de afdeling Gemeentewaterleidingen is dat erg onwaarschijn lijk: de laatste vier tot vijf dagen vóór de dijkdoor braak had het matig gevroren, zodat de grond behoorlijk hard was en het uitgesloten moest worden geacht dat een wiel van een vrachtwagen in de zijberm was weggezakt. Volgens een onge publiceerd rapport van Gemeentewaterleidingen toonden berekeningen en enkele proefnemingen met een soortgelijke waterleidingbuis aan, 'dat door de betrekkelijk zwakke waterstroom nimmer een verwoesting van enige betekenis voor het dijkli- chaam kan zijn aangebracht'.93 Verschil van mening Prof. Thijsse houdt intussen onverkort vast aan zijn eigen bevindingen. 'Het is voor mij geen nieuws dat de gemeente Amsterdam over de oorzaak van de dijkdoorbraak anders denkt dan ik. Ik houd echter strak vast aan mijn eigen conclusies. Ik ben er namelijk van overtuigd dat ik gelijk heb'.94 Uiteindelijk verklaart burgemeester Van Hall in april 1961, een jaar na de publicatie van het rapport-Thijsse, dat de gemeente geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor de dijkdoorbraak heeft kunnen vinden. Veel eerder is al besloten, dat de waterleidingbuis in de dijk bij Tuindorp Oostzaan moet worden verwijderd en dat er ook elders geen buizen meer mogen worden gelegd in dijken. Wethouder Van 't Hull kondigt aan, dat er geen enkel risico meer mag worden genomen, en dat daarom ook de waterleidingbuis in de dijk van de Watergraafsmeerpolder zal worden verwijderd. Er wordt opdracht gegeven tot een grondige inspectie 64 G.J. de Borst, hoofdingenieur-directeur van Provinciale Waterstaat. Ontleend aan F.J. Kranenburg e.a. (red.), Honderd jaar trouwe dienst. Provinciale Waterstaat van Noord-Holland 1881-1981 (Amsterdam [1981]). A.F. Kamp, van 1941 tot en met 1970 dijkgraaf van Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. Foto Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Heerhugowaard. De Vergeten Watersnood

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2011 | | pagina 65