P' ÏKRRAAK TUINDORP NIEMANDS SCHULP
Ziezo, o-'e kannen onze handen tiJasscn m onschuld
Justitie laat de zaak verder rusten, omdat straf
bare schuld niet aantoonbaar is. De Amsterdamse
rechtbank dacht daar - veel later - anders over,
want zij veroordeelde in 1970 de gemeente
tot betaling van een schadevergoeding van bijna
anderhalf miljoen gulden aan twee woningbouw
verenigingen. De corporaties Het Oosten en de
Algemene Woningbouw Vereniging hadden een
civiele procedure tegen de gemeente aangespan
nen in verband met de schade aan 650 huizen in
de Vegabuurt/Miraplein als gevolg van de overstro
ming van januari 1960. De rechtbank kwam tot de
conclusie dat de gemeente mede schuldig was aan
de dijkbreuk.86
Volgens Officier van Justitie mr. Bakhoven
was er echter geen vuiltje aan de lucht. Wel
sprak hij binnenskamers zijn verbazing uit over
het feit dat de Noorder IJpolder niet beschikt(e)
over een technisch onderlegd opzichter.87
Hoofdingenieur-directeur G.J. de Borst van de
Provinciale Waterstaat van Noord-Holland plaatst
in een interne notitie veel kritische kantteke
ningen bij het rapport-Thijsse. Zo vindt hij de
opmerking dat het kanaaltalud flink mishandeld
was 'onjuist en tendentieus'. Ook bestrijdt hij, dat
Rijkswaterstaat bemoeienis heeft met polderdijken.
En de Provinciale Waterstaat 'bemoeit zich alleen
met polderkaden als hiertoe aanleiding bestaat'.88
Dat lijkt niet te wijzen op regelmatige, grondige
inspecties. Een niet met name genoemde func
tionaris van Rijkswaterstaat veronderstelt al kort
na de overstroming dat er onvoldoende controle
is geweest. 'Het is uitgesloten, dat er onder deze
rustige omstandigheden zo maar ineens een dijk
doorbraak kan plaats hebben. Er moet gedurende
een korte of langere tijd een periode van 'piping'
(doorsijpeling) zijn geweest en dit heeft men niet
tijdig opgemerkt'.89
Rapport blijft geheim
Nadat de belangrijkste conclusies van het rapport-
Thijsse op 27 april 1960 op een persconferentie
zijn meegedeeld, verdwijnt het in de la. Niemand
krijgt het te zien, behalve de Commissaris van
de Koningin in Noord-Holland. Als de dijk
graaf van Hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier A.F. Kamp een maand later infor
meert of hij het rapport kan krijgen omdat het ook
voor zijn waterschap misschien belangrijke gege
vens bevat, krijgt hij het deksel op zijn neus. De
dijkgraaf toont zich daar ontstemd over.90
De Vergeten Watersnood
63