'Ik krijg liever geen ongenoegen met
ambtenaren, ziet u'
Al meteen na de dijkdoorbraak werd er in de pers
volop gespeculeerd over de oorzaken van de cata
strofe. Had de droge zomer van 1959 scheuren
veroorzaakt waardoor de dijk was bezweken? Was
het zware vrachtverkeer over de dijk er debet aan?
Of was het onheil misschien het gevolg van het
opblazen van een NDSM-bok aan het einde van
de oorlog? En hoe zat het met de controle? Was
die wel voldoende geweest of had 'men' de dijk
verwaarloosd?
'Dijkbocht bij gemaal zwak en ondermijnd',
kopte een van de kranten vlak na de ramp. 'Voor
allen, die in de onmiddellijke nabijheid van het
dijkgat langs Zijkanaal H woonden, staat het
onomstotelijk vast: de dijkbocht bij het pompge-
maal was zwak en ondermijnd'. Volgens L.J. Gras
van de gelijknamige jachtwerf (hij woonde zelf in
een woonark wat hogerop in het zijkanaal) had
de zware zuiging van de passerende zeeschepen
een vloed van water tegen het dijkje opgejaagd,
waardoor het was misgegaan. Gras had naar zijn
zeggen Rijkswaterstaat daar herhaaldelijk voor
gewaarschuwd.83
Boer J. van der Veer (64), die al zijn hele leven
vlakbij het gat woonde en dagelijks over het dijkje
kwam: 'In de bocht van de dijk heeft het altijd
doorgesijpeld. Het is daar altijd lek geweest en er
is nooit iets aan gedaan'. Hij wees op de remming
die de gemeente in het zijkanaal had geheid.
Daarvoor was gebaggerd en bovendien was de
rietkraag verwijderd. De bocht in het dijkje bij het
gemaal vormde als het ware een zak in de drie
hoek met de dijk van het Noordzeekanaal. 'Daar is
het aan het kolken geweest', aldus Van der Veer.
Volgens een ander krantenbericht 'zei ieder
een die we spraken hetzelfde: de gemeente
Amsterdam wist dat de dijk zeer slecht was en
reeds een paar maanden water doorliet'. Boer Van
der Veer zou tot drie keer toe Publieke Werken
gewaarschuwd hebben. Een verslaggever die
Van der Veer om toelichting vroeg, stuit echter
op een muur van zwijgzaamheid. 'Ik vertel liever
niets. Kijk, ik woon op grond van de gemeente
Amsterdam. Ik krijg liever geen ongenoegen met
ambtenaren, ziet u?'84
Opmerkelijk is ook het verhaal van een
zekere Platvoet, die twee maanden voor de ramp
van zijn baas grind moest storten op een slecht
weggedeelte vlak bij het latere dijkgat. 'Ik zag dat
de dijk helemaal slap was, het water sijpelde er
doorheen. Een collega van me, die daar woont,
heeft het ook gezien'. En dan is er nog politie
agent Gijs. Als jongen van 13 jaar had hij het
gebied onder water zien lopen. Later, toen hij bij
de politie zat, sprak hij erover met een oudere
collega. Die vertelde hem dat een andere collega
enige tijd voor de dijkdoorbraak schriftelijk had
gerapporteerd dat de dijk op die plaats zeer slecht
was. Bij het justitiële onderzoek was die agent
niet gehoord en zijn rapport was nooit boven
tafel gekomen. Misschien was hier sprake van
witteboordencriminaliteit, suggereerde Gijs, maar
bewijzen kon hij dat niet.85
Evacuatie van vee uit het landelijke gedeelte van de polder, 14 januari.
60
De Vergeten Watersnood