De oorzaak van de dijkdoorbraak De dijkbreuk bij Tuindorp Oostzaan wekte onmid dellijk de belangstelling van Justitie. Zoals gezegd bezocht de Amsterdamse procureur-generaal mr. H.R. de Zaaijer al op 14 januari de plaats van de doorbraak. Omdat er mogelijk sprake is van grove onvoorzichtigheid of nalatigheid van de auto riteiten, gelastte hij officier van justitie mr. W.P. Bakhoven een strafrechtelijk onderzoek in te stel len. Daarvoor werd door rechter-commissaris mr. Kamminga de Delftse expert prof.dr.ir. J.Th. Thijsse ingeschakeld. Jo Thijsse (1893-1984) was de zoon van de vermaarde natuurbeschermer Jac. P. Thijsse. Hij was hoogleraar hydraulica in Delft, oprich ter en eerste directeur van het Waterloopkundig Laboratorium en bij uitstek deskundig op dit terrein. Prof. Thijsse bezocht op 15 januari de plaats van de dijkdoorbraak. Dat vormde het begin van een drie maanden durend onderzoek. Zijn bevindingen legde prof. Thijsse neer in een 28 pagina's tellend rapport, dat op woensdag 27 april 1960, drieënhalve maand na de dijkdoorbraak, werd gepresenteerd. Vooral Tuindorp Oostzaan keek natuurlijk reikhalzend uit naar zijn bevindin gen. Tegenwoordig zou zo'n onderzoeksrapport meteen in zijn geheel openbaar worden gemaakt, maar in 1960 was dat niet het geval. Thijsse deelde bij de presentatie alleen zijn belangrijkste bevindin gen mee. Vervolgens werd het rapport opgeborgen in de archieven, waar het sindsdien niet meer uit is geweest.79 Prof. dr. ir. J.Th. Thijsse voor een foto van het sluitgat 'De Vlieter' in de Afsluitdijk, 27 mei 1932. Thijsse publiceerde in 1972 een grote studie over de Zuiderzeewerken. Deltares, Delft. De Vergeten Watersnood 57

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2011 | | pagina 58