'Je kunt me nog meer vertellen, ik ga weer naar bed' De ontdekking van de dijkbreuk Veel Amsterdammers liggen nog op één oor als er op donderdag 14 januari 1960, om 06.45 uur, op het hoofdbureau van politie een alarmerend telefoontje binnenkomt. 'In de Oostzanerdijk bij het Zijkanaal H zit een gat van ongeveer 50 meter, waar ik bijna met mijn auto ingereden ben'.11 Erg nauwkeurig is die mededeling niet, later blijkt dat het gaat om de dijk langs Zijkanaal H bij het zoge heten Barnegat. De melding is afkomstig van korporaal Boers, die samen met drie andere militairen van de 420ste compagnie Van Heutsz uit Zeeburg in die koude januarinacht een patrouille uitvoert. Boers en zijn mannen maken met hun combiwagen hun ronde langs munitieopslagplaatsen en andere militaire objecten. Het vriest flink en een noordoostenwind met sneeuwbuien raast over het vlakke polder land. Buskruitmagazijn Polder 8, langs de dijk bij Tuindorp Oostzaan, is het laatste controlepunt voor de militairen. Nog even en ze kunnen terug naar de kazerne. Chauffeur-soldaat Bles moet er het hoofd goed bijhouden in deze verblindende sneeuwstorm. Gespannen tuurt hij door de voorruit van zijn auto naar de smalle dijkweg. De koplampen schijnen op het witte sneeuwlint voor hem. Plotseling wordt het lint abrupt onderbroken. Bles schrikt. Een dooiplek? Dat kan het onmogelijk zijn. Hij trapt op de rem. De auto begint te slingeren en komt vlak voor de zwarte vlek tot stilstand. De mannen stappen uit en doen een paar passen naar voren. Wat ze dan zien, kunnen ze haast niet geloven. Een fors stuk van de dijk is verdwenen, en door het gat stroomt een kolkende watermassa uit Zijkanaal H van het Noordzeekanaal de lagergelegen Noorder IJpolder binnen. Het heeft maar een haar gescheeld of ze waren zelf in het donkere gat verdwenen, de bumper van de auto hangt er vlak boven. In een flits bedenkt korporaal Boers dat zich daar beneden in de polder zijn eigen vrouw en kind bevinden. Net als duizenden andere mensen liggen ze nietsvermoedend te slapen, terwijl de polder volstroomt. Er moet snel worden gehandeld! De combi wordt gekeerd. Eerst wordt de opzichter van het buskruitmagazijn uit bed gebeld: 'Eruit, eruit, de polder loopt onder!' Vol gas gaat het dan naar een verderop gelegen boerderij, die over tele foon beschikt. Boers draait 5 x 8, het alarmnummer van de politie. Ook de Koninklijke Marechaussee en de onderofficier van dienst van kamp Zeeburg worden gealarmeerd. Bles krijgt opdracht om met de combi naar de meest afgelegen boerderijen te rijden en de bewoners te waarschuwen. De twee andere soldaten, Tol en Molenaar, worden naar de dichterbij gelegen huizen gestuurd. De militairen stuiten op ongeloof en onbegrip. 'Je kunt me nog meer vertellen, ik ga weer naar bed', zegt een uit zijn slaap gehaalde bewoner. 'Hoe De soldaten die de doorbraak ontdekten. Rechts korporaal Boers. Ontleend aan de Legerkoerier, februari 1960. De Vergeten Watersnood 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2011 | | pagina 14