1825 tot afdamming van het IJ, tegen de protes ten van Amsterdam in. In een brief aan Simon de Vries mopperde Blanken over het gebazel dat als argument ervoor werd aangevoerd, maar hij had het maar te accepteren.76 In 1826 begon het graaf werk voor het kanaal. Het Koninklijk Besluit tot afdamming van het IJ is niet uitgevoerd, maar dat kon Blanken toen nog niet weten. Dat Goudriaans kanaal naar Marken ook nooit voltooid is, doet er hier niet toe: in 1825 was Blanken voorbijgestreefd door zijn aartsrivaal Goudriaan. Dit verlies van aanzien bij 's Rijks Waterstaat was heel moeilijk te slikken. Ook bij het Hoog heemraadschap Waterland verloor Blanken nu het laatste restje krediet: in augustus 1825 verzakte de nieuwe dijk rond de doorbraak, en hij stabiliseerde zich daarna niet. De hoogheemraden weigerden categorisch met Blanken bestekken voor het herstel te bespreken. Ze wilden hem gewoon niet meer zien. De opzichter van de dijkwerken, die tot dan toe onder Blanken had gewerkt, kreeg nu dijk graaf De Vries als directe opdrachtgever. Met man en macht is er gewerkt zodat een solide dijk in de zomer van 1826 overgedragen kon worden aan het hoogheemraadschap. Toen waren ook de drie Waterlandse meren en de Wijde Wormer droog en kon er eindelijk gesproken worden van het einde van de watersnood. Kaart van het eiland Marken met het in 1826 begonnen en enkele jaren later gestaakte kanaal van Goudriaan. J. van Asperen, 1833. Provinciale Atlas Noord-Holland, Haarlem, Rijkswaterstaat, kaarten voor 1850, nr. 0708. Jan Blanken op 81-jarige leeftijd. Litho door J.C. Jonxis, 1836. Provinciale Atlas Noord-Holland, Haarlem, portretten, nr. 0032. Watersnood in Waterland 55

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2010 | | pagina 56