komen, gaf Van Tets van Goudriaan orders om de
sluizen te openen. Hij deed het met knikkende
knieën, want hij begaf zich op andermans terrein
en wist niet wat de afspraken met de koning
waren. Hij stuurde dus per expres een brief aan
de minister met een dringend verzoek per esta
fette bericht terug te sturen of hij toestemming had
met deze actie door te gaan. Er was nog tijd om
de orders te herroepen, want de sluizen konden
pas open nadat de grote schepen van het kanaal
af waren. Hij kreeg een bevestigend antwoord: de
koning zag geen reden hem tegen te houden.
Toen er daadwerkelijk door de sluizen werd
geloosd bij eb, op 20 mei, zagen de burgers van
Purmerend tot hun vreugde het water zachtjes
afvloeien naar het noorden. Kort daarna vielen
de sluisdeuren in het kanaal open. Deskundigen
hadden berekend dat daardoor wel zeven
Amsterdamse duim water (18 cm) van de over
stroomde landen zou wegvloeien.
Twee rapporten
De kwestie van de sluizen in Den Helder was een
heel onaangename zaak die vroeg om uitgebreide
verantwoording in de vorm van rapporten, zowel
van Blanken als van de gouverneur. Van Tets van
Goudriaan stelde op 21 mei een uitgebreide memo
rie op over al het gepasseerde van de laatste tijd.70
De koning weet toch, schreef hij, hoe dringend ik
de opening van het kanaal indertijd heb afgera
den en dat ik toen dacht, dat na de vaart van de
Bellona, op die kanaalpanden waar het water was
verhoogd, het weer verlaagd zou worden om er
verder aan te werken. Maar in plaats daarvan is de
vaart door het kanaal blijvend geopend en deed
men alsof de volle diepte al was bereikt.
Het water tussen Purmerend en 't Zand werd
echter expres hooggehouden omdat anders enkele
kleiruggen ter hoogte van de Starnmeer de door
vaart van grote schepen belemmerden. Bij 't Zand
bleven de sluizen ook gesloten. Die konden, net als
de sluizen in Purmerend, niet openvallen, omdat
het water erachter nog veel hoger stond en dat
ondanks het verhang. Dat kwam omdat langs Het
Koegras het kanaal nog helemaal niet op diepte
was. De zeesluizen moesten dus wel dicht blijven
om het water hoog te houden. Sterker nog: er werd
alleen water toegevoegd door bij vloed te schutten
en nooit te lozen.
Dan volgt zijn visie op het optreden van
Blanken. De dijk- en waterbesturen hadden op
lozing door alle sluizen aangedrongen zodra
de beringing gesloten was, eind februari. Bij de
Willemsluizen drong ikzelf herhaaldelijk op hetzelf
de aan, schrijft de gouverneur, maar er was steeds
Het Noordhollandsch Kanaal te Purmerend met gezicht op de Kanaalkade en Koepelkerk. Rechts een zeeschip in de schutsluis.
Ingekleurde staalgravure door G. Hego naar een tekening door L. Rohbock, circa 1860. Uitgave G.G. Lange, Darmstadt.
Waterlands Archief, Purmerend.
52
Watersnood in Waterland