Or f
met
ünotK iv \VATïHtAtïd, den i8a5.
I,ant passceren op vertoon dcicsy
z v.
s ''Schout der gen. Gemeente.
zorg om de veiligheid. Het was de redders van
Zeemanshoop bij hun reddingswerk al gebleken
dat lang niet alle getroffenen de wrakke zolder van
hun huis wilden verlaten. De angst voor plundering
was groot. Niet ten onrechte, zoals al snel duidelijk
was geworden in de Wormer. Er kwamen op maan
dag 7 februari berichten binnen dat kanaalarbei
ders op drift geraakte jolletjes ingepikt en over de
dijk getrokken hadden. Vervolgens voeren zij rond
in de Wormer, om uit de ronddobberende huisraad
op te vissen wat van hun gading was. Daar werd
streng tegen opgetreden. Een paar van die kerels
werd gevangen en naar Amsterdam gebracht om
berecht te worden. Achter het gat van de doorbraak
werd daarna permanent gekruist om eventuele
plunderaars direct te kunnen vatten.
Het probleem van plunderaars was al snel
door Provó Kluit, hoofd van politie in Noord-
Holland, onderkend. Op 9 februari stuurde hij een
gedrukte richtlijn naar de dorpen aan de IJdijk,
waarin hij sprak over "eenige kwalijk gezinde
lieden, die zich deze algemeene schrik en versla
genheid pogen ten nutte te maken". Onder het
mom van hulpvaardigheid probeerden zij vluch
telingen hun schamele bezittingen te ontfutselen,
of zij trokken stelend en dievend langs verlaten
woningen en jutten uit de ronddrijvende rommel
wat nog waarde had. Kluit deed een beroep op
de creativiteit van de ordehandhavers in het
overstroomde gebied om personen die er niets
te zoeken hadden, op te sporen en uit te zetten.
Alle middelen waren toegestaan om diefstal en
oplichting tegen te gaan. Schepen die geen geau
toriseerde reden hadden om aan te leggen aan
de dijk, moesten worden geweerd. Al snel mocht
geen buitenstaander zich meer in de overstroomde
gebieden ophouden zonder een speciaal paspoort.
En edelsmeden, handelaren in gebruikte goederen,
ja ieder weldenkend mens, moest op zijn hoede
zijn om geen geroofde eigendommen te kopen.
Ook andere maatregelen werden uitgevaar
digd om onrecht te voorkomen. Zo was het abso
luut niet de bedoeling dat iedereen maar lukraak
goederen of wrakhout uit het water ging vissen.
Dat was alleen toegestaan aan speciale vergunning
houders. Die moesten alles keurig afleveren bij de
dorpsoverheden. En het is ook zo duidelijk waarom
al deze maatregelen nodig waren. Iemand uit
Buiksloot schreef naar alle dorpen in de omgeving
om goed op te letten, of er geen kistje met zilveren
gespen aanspoelde.37 Hoe moeilijk moet het niet
voor een eerlijke vinder, zelf berooid van alles,
geweest zijn zo'n kistje weer af te geven.
Vervolgens werden alle opgeviste bezittingen
geregistreerd en geretourneerd aan hun eigenaren,
die zich daartoe konden melden op speciale plaat
sen op bepaalde dagen. Lijsten met namen waar
achter de meest bizarre goederen staan vermeld,
zijn bewaard gebleven in plaatselijke archieven:
hekken en hondenhokken, deuren en posten,
kook- en melkgerei, en iemand kwam zelfs zijn
huisje (plee) terughalen.
/4
A" rti./
/Z//>
L
Z
- /f *r f r
f J Jj.y
Vergunning voor de uitvoer van 38 schapenvellen en drie koeienhuiden, afgegeven namens de schout van Broek in Waterland,
22 februari 1825. Waterlands Archief, Purmerend.
Watersnood in Waterland
39