Zorg en onderstand
In de 19e eeuw was er dan wel geen vaste instantie
voor hulp bij rampen en de overheid hield er geen
rampenfonds op na, wel werden er ad hoe comi
tés georganiseerd, die volgens een vast patroon
opereerden. Ze konden helpen naar gelang er
gegeven werd. En naar gelang de nood duurde.
In Waterland bleef het water lang op het land
staan, de fondsen dreigden uitgeput te raken. Van
warme zorg sloeg de hulp om in beknibbelende
onderstand. Op den duur viel zelfs de opmerking
te horen dat er té goed voor de vluchtelingen was
gezorgd.
In Amsterdam
In de stad stelde de Commissie in eerste instantie
alles in het werk om de stroom vluchtelingen, die
van Buiksloot naar Amsterdam werd overgebracht,
onder dak te brengen, te kleden en te voeden. Het
Nieuwezijds Heerenlogement werd met toestem
ming van burgemeester en wethouders hiertoe in
orde gebracht. Het lag voor de hand eerst aan dat
gebouw te denken, het was de vaste vergaderplaats
van Zeemanshoop. De heren directeuren van de
soepkeuken, die vlak achter dat gebouw gelegen
was, boden aan in hun ketels warm voedsel te
bereiden. De soepkeuken heeft tot 14 februari,
zonder kosten in rekening te brengen, alle vluchte
lingen in het logement van een gezonde, voedzame
soep is voorzien. En ook naderhand vroegen de
directeuren weinig geld.
De stroom vluchtelingen hield aan. Op zondag
6 februari al noteerde de Commissie 426 vluchte
lingen uit Buiksloot te hebben opgenomen. De dag
erna bedroeg het totaal 925 personen. Op 8 febru
ari waren het er 1035 geworden en op 11 februari
1473. Na het midden van de maand liep het aantal
langzaam terug, maar op 24 februari waren er nog
altijd 1171 vluchtelingen te verzorgen.
Het Heerenlogement was al snel vol. Daarop
bracht de Commissie volgende groepen naar de
Oranje Nassau kazerne, die zijn poorten opende
voor de arme stakkers uit Waterland. Reeds de
volgende dag, op maandag 7 februari, bood ook
die onvoldoende ruimte. De stad stelde nu het
Aalmoezeniersweeshuis ter beschikking. Kort
Aankomst van vluchtelingen te Amsterdam op 5 febmari 1825. Overgenomen uit J.C. Beijer, Gedenkboek van Neerlands watersnood
('s Gravenhage 1825).
36
Watersnood in Waterland