weggeruimd zou worden, maar in behoorlijke staat achtergelaten. Verwachtten de hoogheemraden dat die vingerling extra bescherming tegen de zee zou bieden of ging het hen om de klei? Nergens blijkt dat er klachten waren over de aansluiting van de stenen beer op de zeedijk of de kwaliteit van de beer zelf. Het college had altijd een taak waar de veilig heid van Waterland in het geding was en nam dus voortaan de militaire dijkparken op in de schouw. Het Noordhollandsch Kanaal Een nog drastischer ingreep in het landschap was het Noordhollandsch Kanaal dat van 1819 tot 1825 werd gegraven. Na het einde van de Franse tijd in 1813 bloeide de handel niet vanzelf weer op. De Amsterdamse scheepvaart had te lijden onder de slechte bereikbaarheid van de haven. Zuiderzee en IJ verzandden steeds meer en alles wees erop dat Amsterdam wel eens de weg van de oude havenstad Brugge op zou kunnen gaan. Koning Willem I, de kanalenkoning, wilde de handel stimuleren en koos inspecteur-generaal van de Waterstaat, Jan Blanken, om diens plan voor een kanaal door Noord-Holland zodanig uit te werken dat het geschikt werd voor grote zeeschepen. Blanken was in eerste instantie niet gelukkig met zo'n groot kanaal, maar de wil van de koning - en Amsterdam - waren genoeg voor hem om zijn ideeën geheel aan te passen. Hij ging energiek aan het werk en ontwierp een kanaal van ongeveer 80 km lengte dat 37,7 m breed was, bij een bodembreedte van 9,4 m. Twee zeeschepen moes ten elkaar onderweg kunnen passeren. De diepte werd vastgesteld op 5,7 a 6,3 m, zodat schepen met een diepgang van 4,9 m er moeiteloos door zouden kunnen. Als het gereed was, konden grote zeesche pen in iets meer dan 16 uur van Den Helder naar de haven van Amsterdam gesleept worden door tomen trekpaarden over brede jaagwegen. Het klinkt nu nogal omslachtig, maar het plan beloofde een grote vooruitgang vergeleken met de bestaande situatie. De aanleg van het kanaal was ingewikkeld door de verschillende waterstanden in Noord-Holland. Dat betekende dat er verschillende sluizen moesten worden gebouwd. Tegelijk drong de koning aan op 1 UfibLpiiriil Het Noordhollandsch Kanaal door de Volewijk met rechts de Willemsluis en links de keersluis in de dijk bij Buiksloot (noorden links). De nieuwe kanaaldijken zijn duidelijk aangegeven. Detail uit de nieuwe kaart van het Hoogheemraadschap der Uitwate- rende Sluizen door C.W.M. Klijn, 1825. Waterlands Archief, Purmerend. 16 Watersnood in Waterland

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2010 | | pagina 17