van 1775. Die bepaalde ook dat Waterland vijf magazijnen met gereedschap en materiaal paraat moest houden langs de dijk. In elk daarvan bevon den zich 12 schoppen, in het totaal dus 60. Voorts in elk magazijn 6 spaden, 12 zware kruiwagens, een voorraad houten delen, dijkzeilen, steen en puin en zakken voor zand. Allemaal gereedschap pen uitsluitend bedoeld voor gebruik bij rampen en hoge vloeden. Het dijkonderhoud werd gewoon lijk aanbesteed bij aannemers die hun eigen mate riaal moesten meebrengen. Dat moest garanderen dat de gereedschappen, als de nood daar was, er ook echt lagen. De watermolenaars van de 12 watermolens hadden een eigen, belangrijke taak bij storm en hoog water. Volgens een goed doordacht systeem patrouil leerden zij paarsgewijs over de dijk. Eerst gingen zij allemaal naar hun dijkpost. Het eerste paar begon intussen de patrouille bij Monnickendam, tot ze bij de post van het volgende stel kwamen. Die liepen hun dijkvak dan af en gaven bij de volgende post de stand van zaken door aan de hoogheemraad en watermo lenaars, die daar klaar stonden. Zo ging het verder tot de laatste post bij Buiksloot was bereikt. Het laat ste paar watermolenaars patrouilleerde dan tot het gebied van Oostzaan en keerde vandaar weer terug naar Buiksloot om rapport uit te brengen. Zo ging het dan weer terug van post tot post, tot het eerste stel weer in Monnickendam aankwam om verslag uit te brengen aan de dijkgraaf en de secretaris. Een gestroomlijnde dijkbewaking, in een tijd zonder tele graaf of telefoon. Als ergens schade aan de dijk werd vastge steld, dan moest de aanwezige hoogheemraad ogenblikkelijk leiding geven aan de manschap pen die, volgens het boekje, klaarstonden bij een bepaalde waterhoogte om het gat zo snel mogelijk te dichten. De watermolenaars stelden dan de dijk graaf ten spoedigste op de hoogte van de dreiging. De stenen beer In de 19e eeuw is er veel gegraven en gebouwd in Waterland. Het begon met de aanleg van een verdedi gingslinie rond Amsterdam die in 1810 werd voltooid. De aanzet daartoe werd gegeven toen de Engelsen en de Russen in 1799 een inval deden in Noord-Holland. Om de vijandelijke legers tegen te houden zijn toen in allerijl batterijen opgeworpen en hele stukken land onder water gezet. Het ging volgens een vernuftig plan van luitenant-kolonel C.R.Th. Kraijenhoff (1758- 1840), die snel een grote waterlinie ontwierp tussen de Zaan bij Knollendam en Monnickendam aan de Zuiderzee.6 De linie was bedoeld om Amsterdam aan Uitdam achter de met een steenglooiing versterkte Waterlandse Zeedijk. Overgenomen uit A.P. Bruigom, Waterland getekend door Cornells Schoon (1719-1778) (Alphen aan den Rijn 1979). 12 Watersnood in Waterland

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2010 | | pagina 13