Modder in het IJ voor Spaarndam1
In alinea 134 staat Leeghwater stil bij de kans
op modderbanken in het IJ bij Spaarndam Als
alternatief voor de vaarroute over het Spaarne
en Spaarndam stelt hij een nieuwe vaart naar
Halfweg voor. Daar moest een schutsluis komen
zodat Haarlem verder oostwaarts een nieuwe
uitweg naar het IJ kreeg. Leeghwater speelde
hiermee in op de grote vrees in Haarlem voor
het aangroeien van slikvelden in het IJ bij
Spaarndam. In de stad meende men dat het
verminderen van de stroming door de slui
zen te Spaarndam na de bedijking van het
Haarlemmermeer fatale gevolgen kon hebben.
Die angst was niet ongegrond. Nadat in 1546
aan de overkant van het IJ de Krommenije met
een sluis in de Nieuwendam was afgesloten,
slibde deze zeearm razendsnel dicht. Er bleef
slechts een ondiep geultje, de Kil, over. Ook
langs de oevers van het Wijkermeer ontwik
kelden zich uitgestrekte slikvelden. Leeghwater
stipt dit zelf aan in alinea 145. De haven
van Beverwijk werd ernstig door de modder
bedreigd en was eind l6e eeuw nog slechts met
kunst- en vliegwerk bereikbaar.
In 1569 spande Haarlem een proces aan tegen
het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende
Sluizen, dat de sluis in de Nieuwendam beheer
de. Reden hiervoor was de angst dat de verlan
ding zich tot voor de sluizen bij Spaarndam zou
uitbreiden. Bovendien was scheepvaart door
de Krommenije niet meer mogelijk en de stad
had daardoor het contact verloren met Uitgeest,
Akersloot, Krommenie, Krommeniedijk en
andere dorpen, die eerst de Haarlemmer mark
ten bezochten en goede klanten waren van de
bierbrouwerijen in de stad. Het proces tegen
het hoogheemraadschap stierf echter na 1594
een zachte dood nadat de regenten van Haarlem
in de zomer van dat jaar de slikvelden hadden
geïnspecteerd. Zij constateerden dat er langs
de Assendelverzeedijk nog maar een halve a
één voet (ca. 15 a 30 cm) water stond bovenop
een drie voet (ca. 1 m) dikke laag modder. Het
maken van een bevaarbare geul en een goede
schutsluis in de Nieuwendam was eerder al
begroot op 12.000 a 18.000 gulden. Dit alles
vormde voor de Haarlemmer magistraat aanlei
ding het zinloze proces te staken.
141. De heren bedijkers van de Schermer hebben legd die loost op het IJ.1
een uitwateringskanaal laten aanleggen door het
Krommenieër- en Wessanerveld tot aan Nauerna.
Zij hebben ook de stenen sluis in Nauerna aange- vgi. met alinea m.
Gezicht op Beverwijk vanuit het Wijkermeer. Om de haven door de slikvelden langs de oever bereikbaar te houden, werd
er tussen twee hoofden een speciaal kanaal aangelegd, de Pijp geheten. Pen- en penseeltekening door D. van Breen, 1648.
Provinciale Atlas Noord-Holland, Haarlem, bestanddeelnr. 0466.
1 Dit kader is gebaseerd op Aten, Klompmaker 1996, pp.
11-15; Van Tielhof, Van Dam 2006, pp. 163, 167-168; Werner
1981, p. 50.
Leeghwater en het Haarlemmermeer
81