de doorvaart of haven van Purmerend zo verdroogd
was dat een ongeladen schip er nauwelijks kon drij
ven. Elke keer als er een stormwind uit het noord
westen waaide kwam het modderige water de haven
binnen en zette het slib zich daar af. En ofschoon
men het slib met de beugel uitbaggerde gebeurde
bij elke storm weer hetzelfde. Ook vanuit het meer
ten oosten van Purmerend, de Purmer, werd met
oostenwind het slib aangevoerd. Maar nadat de
beide meren, de Beemster en de Purmer, bedijkt
waren, is deze ellende niet meer voorgekomen.
102. Ook de haven van Edam, de doorvaart van
Neck1, en bijna alle havens die aan zulke wateren
of meren liggen, vervuilen steeds door het dikke
modderige water dat met stormwinden naar binnen
stroomt.2
103. Daarnaast heb ik in de tijd voordat de
Beemster bedijkt was ook menigmaal meegemaakt,
en eraan meegewerkt, dat een geladen schuit die
de haven van De Rijp in wilde varen, met vereende
krachten naar binnen moest worden getrokken
om het naar de plaats te brengen waar het gelost
moest worden. De haven was zo verdroogd door
de modder en het slib uit de Beemster dat het
niet meer door beugelen en baggeren kon worden
verholpen. En omdat de haven als het hard waaide
vanuit het oosten steeds opnieuw net zo vervuilde
als tevoren, was men dikwijls genoodzaakt de sluis
Kaart van de weggespoelde landen van Zuid-Schalkwijk (noorden linksonder). Rechtsboven de monding van het Spaarne
met de ton, een baken voor de scheepvaart. Pieter Bruijnsz., 1602. Collectie Hoogheemraadschap van Rijnland A-2925.
1 Het gaat om de verbinding tussen de Beemster en de Wijde
Wormer langs het dorpje Neck ten oosten van Purmerend.
2 Inderdaad kampten de havens aan de oostkant van de
Zuiderzee, die in de luwte lagen van de heersende wind, met
modder. Maar hierbij moet wel worden opgemerkt dat te Edam
door de droogmaking van de Purmer op dit punt alleen maar
meer problemen werden verwacht. Het vanuit de Purmer door
de haven naar zee wegstromende water spoelde namelijk veel
modder weg (Borger, Bruines 1994, p. 53).
Leeghwater en het Haarlemmermeer
73