DE VERSLINDENDE WATERWOLF De hertaling van Leeghwaters Haarlemmermeerboek. Van Leeghwater zijn twee werken in druk versche nen, het Haerlemmer-meer-boeck en Een kleyne chronycke van de dorpen van Graft en de Ryp. De eerste uitgave van het Haarlemmermeerboek verscheen in 1641. Leeghwater was toen 66 jaar oud. In 1649 volgde de Chronycke. Van beide werken verschenen in de loop der eeuwen vele heruitgaven, en beide zijn inmiddels ook digitaal beschikbaar.1 Binnen drie jaar na de eerste druk van het Haarlemmermeerboek in 1641 verschenen drie door Leeghwater gecorrigeerde en aangevulde herdrukken.2 Oplagecijfers uit die tijd zijn niet voorhanden, en de vraag of de herdrukken elkaar zo snel na elkaar opvolgden omdat ze uitverkocht waren, of vanwege de correcties en aanvullingen, is daarom moeilijk te beantwoorden. De kern van Leeghwaters betoog, de technische en financiële aspecten van het droogmaken, is in de vier druk ken ongewijzigd gebleven, op een aantal kleine wijzigingen na. Maar vooral de derde en vierde druk werden aanzienlijk uitgebreid met aanvullin gen op het betoog daaromheen, waarin Leeghwater de slechte omstandigheden beschrijft waarin de landerijen rond het Haarlemmermeer verkeerden en de grote gevaren voor de toekomst als er niets zou worden ondernomen. Ook de ervaringen met bedijkingen die Leeghwater elders had opgedaan en de kritiek op het plan worden in deze drukken beschreven. De belangrijkste wijzigingen worden hierna toegelicht.3 Nog in hetzelfde jaar van de eerste druk verscheen een tweede druk, "door den Autheur verbetert". Naast enkele kleine variaties in de tekst is er maar één opvallende aanpassing: in de eerste druk zegt Leeghwater dat men het meer niet moet bedijken vanwege de grote schade die het aanricht, maar om de grote voordelen die het zal opleveren. In de tweede druk heeft hij het omge draaid: het meer moet niet alleen worden bedijkt vanwege het profijt, maar ook om schade te voor komen.4 Deze druk bevat bovendien een kaart van de Haarlemmermeer, getekend door Leeghwater en gegraveerd door Geraerd Coeck. Ook in latere drukken is deze kaart opgenomen. In het daaropvolgende jaar, in 1642, verscheen de derde druk, "door d'Autheur een vijfde part vermeerdert". In deze druk, waarin de alinea's voor het eerst zijn genummerd, geeft Leeghwater meer voorbeelden van de schade die het water heeft aangericht, aan de hand van verhalen van verschillende ooggetuigen.5 Verder voegt hij enkele aansporingen toe om het grote karwei toch vooral aan te pakken.6 Hij beschrijft nu ook voor het eerst zijn werkzaamheden in Frankrijk en Duitsland, om aan te tonen dat hij veel ervaring heeft met het vervaardigen van dijken en molens, en met het ontwerpen van plannen om meren en moerassen droog te maken.7 En na de twee voorbeelden die moeten verduidelijken dat voor het bedijken van een groter oppervlak in verhouding minder dijk- lengte nodig is, voegt hij een derde uiteenzetting toe waarin hij aantoont dat de inhoud van een ton verdubbelt wanneer de duigen worden gehalveerd.8 De derde druk bevat ook een aantal nieuwe spreu ken en gedichten, en extra argumenten om het betoog nog meer kracht bij te zetten.9 Weer een jaar later kwam de vierde druk uit, "wederom met verscheyden notable Artijckelen, een seste part vermeerdert". Aan deze druk is een portret van Leeghwater toegevoegd gemaakt door Th. de Keyser en gegraveerd door Salomon Savery. In de bovenhoeken van het portret staan de cijfers 16 en 43, het jaar waarin deze druk verscheen. Opnieuw voegt Leeghwater een aantal alinea's toe over de ellende die de "alles verslindende water wolf" heeft aangericht10 en benadrukt hij zijn waar schuwing tegen onherstelbare schade, door het water te vergelijken met "de cancker, ofte een quaet zeer dat altoos in hem selfs verrot ende nimmer- 1 Een overzicht van alle uitgaven van het Haarlemmermeerboek volgt na deze inleiding. In 1669 verscheen nog een derde titel waarbij Leeghwater als auteur wordt genoemd: Een korte beschrijvinge van de stadt Haerlem, (Haarlem, J.T. Cas). Dit boek bevat echter van Leeghwater alleen passages uit zijn Chronycke. Deze uitgave werd in 1706 herdrukt. 2 J.C. baron du Tour beweerde in 1819 dat Joh. Schouten, boekhandelaar in Alkmaar, eigenaar was van het complete manuscript van het Haarlemmermeerboek (Du Tour 1819, p. 40). Dit kon echter niet nader bevestigd worden. 3 Met dank aan Anneke van den Bergh, conservator/bibliothecaris van de Stadsbibliotheek Haarlem, die zo vriendelijk was de vier drukken beschikbaar te stellen voor deze vergelijking (signaturen: 2 B 94-97). 4 Alinea 40 (de alineanummers in de volgende noten verwijzen naar de nummering in de vierde druk). 5 Alinea's 7-15. 6 Alinea's 30-33. 7 Alinea's 42-45. 8 Alinea 57. 9 Enkele voorbeelden: de spreuk "Concordia res voor de eerste alinea, de alinea's 25-27, de spreuk "Omnia dat Dominus na alinea 68, het gedichtje na alinea 70, alinea 72, de spreuk "In manibus Domini na alinea 98, het gedicht na alinea 116 en het allerlaatste gedicht: "Of yemandt mijn Meer- Boeck eens las 10 Alinea's 16-22. Leeghwater en het Haarlemmermeer 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2009 | | pagina 44