Naar de reden voor Leeghwaters langdurige en
gedreven campagne hoeven we niet lang te zoeken.
Hij komt er eerlijk vooruit. In Noord-Holland had
hij jarenlang goed aan de opeenvolgende droog
makerijen verdiend, maar aan deze aantrekkelijke
bron van inkomsten kwam nu een eind: "In het
Noorderkwartier zijn de meeste meren nu bedijkt,
drooggemaakt en in land veranderd" (artikel 46).
Hij moest zijn werkterrein verleggen en het niet
al te veraf gelegen Haarlemmermeer bood een
gouden kans. Helaas was hij nog door niemand
benaderd en dus nam hij zelf maar het initiatief.
Hij had zich behoorlijk in de materie ingewerkt,
zijn verkenningen hadden de nodige energie,
tijd en geld gekost en dat gold ook voor het op
papier te zetten en aan de man brengen van één
en ander. Eerst zijn manuscriptkaarten en vervol
gens het Haarlemmermeerboek. Maar we moesten
niet denken dat hij dit alles alleen maar uit een
soort ideologische bevlogenheid deed. Hij hoopte
bijval voor zijn ideeën te krijgen en als initiator en
deskundige de zoete vruchten van zijn arbeid te
mogen plukken.
Leeghwater mikte zeker op een vooraan
staande positie in de komende projectorganisatie,
zo niet als algeheel coördinator, dan toch zeker als
adviseur en opzichter op het gebied van de bema
ling. In het Haarlemmermeerboek sloot hij zijn
betoog af met de bescheiden geformuleerde wens
althans "enige vergoeding of waardering" voor zijn
langdurige arbeid en moeite te mogen genieten:
"laborem mitigat merces"
"het loon verzoet de arbeid"
42
Leeghwater en het Haarlemmermeer