op "ongeveer" 15 gulden per strekkende roede.
Een eenvoudige rekensom leidt echter tot een extra
volume te verplaatsen grond van 32 schaft (4 x 8;
dit keer zonder schuine kanten), ofwel 16 gulden
per strekkende roede.
Waar de ringvaart aan open water kwam te
grenzen, zoals langs het Spieringmeer en bij de
aansluiting op kanalen en sloten die open moesten
blijven, kon de ringdijk niet op oud land worden
aangelegd. Op die plekken moest een plempdijk
komen. Men stortte net zo lang aarde in het water
tot het fundament van de dijk boven kwam en
dat verder kon worden opgehoogd. Omdat het
dijklichaam vanaf de bodem moest worden opge
bouwd, was de benodigde hoeveelheid grond tot
wel twee maal zo groot als bij een dijk op het vaste
land. Daarnaast vereiste de aanleg van een plemp
dijk soms speciale voorzorgsmaatregelen, zoals het
plaatsen van tijdelijke waterkeringen, en was er
een dure bekisting nodig. Ook het werken vanuit
bootjes deed de kosten oplopen. In de Noord-
Hollandse polders was men al gauw 100 gulden
per strekkende roede kwijt. Leeghwater ging in zijn
begroting zelfs van het dubbele uit. Deze conser
vatieve benadering heeft ongetwijfeld te maken
met zijn in alinea 121 uitgesproken wens de ring
dijk fors breder te maken dan "in de Beemster en
de andere bedijkte meren". Waarom hij dat wil,
is niet helemaal duidelijk. Wel laat hij ons weten
dat een dergelijke aanpak het in een later stadium
makkelijker maakt om de dijk zonodig wat hoger
te maken, maar waarom hij aan de binnenzijde van
de dijk ook nog eens een kade van maar liefst 5 a
6 roeden denkt nodig te hebben, verklaart hij niet.
Ook aan de westzijde van de polder, waar de ring
dijk op de kruin als trekweg gaat fungeren, is niet
zoveel ruimte nodig.
Als locaties voor plempdijken noemt
Leeghwater de doorvaarten naar Haarlem, Leiden
en de Oude Wetering - de scheepvaartverbinding
naar het Braassemermeer en Gouda - en een aantal
andere onbenoemde kanalen en sloten. In deze
opsomming ontbreekt het Spieringmeer. Dit kan
natuurlijk op een nalatigheid berusten. Bij het
onbedijkt laten van het Hellegat zou hier de verre
weg langste en duurste plempdijk moeten komen.
36
Drukte op Het Spaarne in Haarlem bij de Waag en de kraan. Het Spaarne was als vaarweg voor Haarlem van vitaal belang. Inge
kleurde kopergravure door Romeijn de Hooghe, 1688. Provinciale Atlas Noord-Holland, Haarlem, inv.nr. 53-008952.
Leeghwater en het Haarlemmermeer