we ons alweer niet aan de indruk onttrekken dat
Leeghwater het er vooral om ging zijn lezers van de
noodzaak tot bedijking te overtuigen, meer dan om
een tot in finesses uitgewerkt plan uit de doeken te
doen. In zijn lange betoog van 44 pagina's, onder
verdeeld in 174 alinea's (vierde druk, 1643), gaat
Leeghwater allereerst uitvoerig in op de gevaren
die van het alsmaar in omvang toenemende meer
uitgaan en de rampen die zich in het verleden al
hebben voltrokken (alinea's 1-29). Hij staat vervol
gens kort stil bij de in zijn tijd circulerende voor
stellen om de oevers te beschermen door zandsup-
pletie of paalconstructies, maar wijst deze resoluut
af als onhaalbaar (alinea's 35-39). Beide opties
noemt hij te duur en ze bieden volgens hem ook
geen langdurig soulaas. Hij ziet maar één oplossing
en dat is bedijken. Na dat gezegd te hebben, legt
hij in alle eerlijkheid zijn ziel en zaligheid op tafel:
hij, Jan Adriaansz. Leeghwater, "is een voorstander
en liefhebber van het bedijken en droogmaken
van meren" en heeft zich daar een groot deel van
zijn leven mee beziggehouden (alinea 41). We krij
gen een lange opsomming van projecten waarbij hij
betrokken was en hij laat weten dat hij als water
bouwkundig expert een graag geziene gast was
en veel ervaring had (alinea's 41-45). Met andere
woorden: voor een goed onderbouwd bedijkings
plan is hij de aangewezen persoon.
In de daarna volgende alinea's staat hij
uitvoerig stil bij de met droogmaking te behalen
voordelen. Om duidelijk te maken welk een rijke
beloning investeerders te wachten staat, laat hij een
reeks van geslaagde droogmakerijen de revue
passeren. Maar het mooiste is dat het Haarlemmer
meer al deze projecten in potentie doet verbleken.
Het meer is zo groot, dat er per morgen of hectare
aan te winnen land relatief weinig ringdijk hoeft te
worden aangelegd (alinea's 47, 59-64) en heeft
daarnaast "nog meer gunstige eigenschappen en
hoedanigheden die andere meren niet hebben"
Plankaart voor de droogmaking van het Haarlemmermeer opgedragen aan de Prins van Oranje, de Staten van Holland en andere
belangstellenden, "gedaen door Jan Adryaensz. Leechwater Ingenieur Ende Molenmaker in de Rijp", 1635 (noorden rechts).
Het Kagermeer is nu bij de bedijking betrokken. Leeghwater meldt rechtsonder dat hij zich bij het opstellen van zijn plan
gebaseerd had op Gerbrant Meussz. Collectie Hoogheemraadschap van Rijnland. Foto C. de Gooijer, De Rijp.
Leeghwater en het Haarlemmermeer
25