HET HAARLEMMERMEER - LEEGHWATER ZOEKT EMPLOOI "laborem mitigat merces: het loon verzoet den arbeid" Inleiding De eerste druk van Leeghwaters Haarlemmer meerboek verscheen in 1641. Hij was toen 66 jaar oud en kon op een respectabele carrière terugzien. Hij was als deskundige op het gebied van molen- bouw en bemaling bij vrijwel alle grote Noord- Hollandse bedijkingen betrokken geweest, speelde in 1629 op verzoek van prins Frederik Hendrik een rol bij het beleg van 's Hertogenbosch (zie hertaling alinea 41) en had ook in het buitenland de nodige ervaring met droogmakerijen opge daan (zie hertaling alinea 42-45). Nog maar enkele jaren voordat zijn Haarlemmermeerboek uitkwam, schakelden de bedijkers van de Starnmeer hem in om te begroten hoeveel de voltooiing van hun reeds onderweg zijnde project hen nog zou gaan kosten. Zo op het eerste oog een waterbouwkun dige met de nodige ervaring, die gezag genoot. Zo zag hij het zelf ook graag. In het breedspra kige betoog waarmee hij de drooglegging van het Haarlemmermeer aan de man probeert te brengen, maakt hij bijna evenveel reclame voor zichzelf als voor het project dat hij aanprijst. Na 1641 werd Leeghwaters boek nog vele malen herdrukt. In 1643 verschijnt al de vierde druk en er lijkt er geen einde te komen aan de belangstelling voor zijn geesteskind. In 1838, als de bedijking van het Haarlemmermeer weer volop in de belangstelling staat, ziet de 13e druk het daglicht. Toch vond Leeghwater met zijn pleidooi om na de Noord-Hollandse meren nu ook het grote Haarlemmermeer aan te pakken, niet overal de weerklank die hij zocht. Belanghebbende steden als Leiden en Haarlem waren furieus tegen. Een jaar na publicatie van zijn Haarlemmermeerboek in 1641 lanceerde Claes Arentsz. Colevelt, een landmeter in Leidse dienst, een tegenoffensief in de vorm van een boekje met Bedenckingen over het drooghmaken van de Haerlemmer ende Leydsche Meer.1 In 172 artikelen beargumenteerde hij dat droogmaking van het Haarlemmermeer alleen maar narigheid kon veroorzaken en met het plan van Leeghwater veegde hij de vloer aan. De belangstelling voor Leeghwaters Haarlemmermeerboek en daarmee zijn reputatie leken echter alleen maar te groeien. In de 19e en eerste helft van de 20e eeuw stegen die zelfs naar ongekende hoogte. In de jaren veertig van de vorige eeuw kwamen er plotseling echter forse deuken in het blazoen van de beroemde waterbouwkundige. In 1941 bekritiseerde de Wageningse hoogleraar Visser Leeghwaters plan tot droogmaking van het Haarlemmermeer2 en drie jaar later publiceerde de Amsterdamse archivaris De Roever een uiterst negatief gestelde biografie.3 Op basis van oorspron kelijke bronnen probeert hij duidelijk te maken dat Leeghwater weliswaar bij vrijwel alle grote Noord- Hollandse droogmakerijen in de 17e eeuw was betrokken, maar dat we ons van zijn rol geen over trokken voorstelling moeten maken. Leeghwaters plannen tot inpoldering van het Haarlemmermeer komen in De Roevers boek pas tegen het eind aan bod. Zijn scherp afbrekende kritiek wekt dan nauwelijks verbazing meer. Hoogstens wordt de lezer door De Roevers rede neertrant hier nog meer dan in de vorige hoofd stukken bevestigd in het vermoeden dat de auteur met een heksenjacht bezig is. Van een evenwichtige voorstelling van zaken lijkt geen sprake te zijn. De wijze waarop De Roever het Haarlemmermeerplan van Leeghwater de grond in boort en tegelijkertijd een door Jacob Bartelsz. Veris gelanceerd voorstel ophemelt, wekt de indruk dat hij iedere nuance uit het oog verloren heeft. Ongetwijfeld heeft De Roever het in zijn analyse vaak bij het rechte eind. Hij gaat echter voorbij aan de context waarin Leeghwaters voorstellen beoordeeld moet worden. Naar alle waarschijnlijkheid ging het om niet meer dan propaganda, een eerste aanzet bedoeld om enthousiasme voor het project te wekken. Daarbij kon hij volstaan met het aangeven van de elemen taire, direct op de droogmaking gerichte, onder delen van het project. Complicerende factoren, zoals maatregelen om ongewenste effecten van de bedijking tegen te gaan, pasten in dit stadium nog niet in de gewenste voorstelling van zaken. Zij zouden de aandacht alleen maar afleiden en de kosten omhoog jagen. Dat kwam later allemaal wel aan de orde. Een nieuwe hertaling van het Haarlemmermeerboek biedt een goede gelegen heid om Leeghwaters plannen tot droogmaking van het Haarlemmermeer en daarmee zijn statuur en vakmanschap nog eens aan een nauwkeurige analyse te onderwerpen. 11 2 Visser 1941; Baars 1986, p. 2. 1 Colevelt, 1727. 3 De Roever, 1944. Leeghwater en het Haarlemmermeer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2009 | | pagina 12