voor- en achterzijde zijn wapens gegraveerd, van de
Sonnaville en van de Schermeer. Beide wapens zijn
met elkaar verbonden door linten, waarop respec
tievelijk de tekst aan Schermeers en welvaren toege
wijd te lezen is. Onder het wapen van de Sonnaville
is een banderol aangebracht met de tekst Dr. P. de
Sonnaville dykgraaf, onder het wapen van de Scher
meer bevindt zich een banderol met de inscriptie
Schermeers Beschermer. De onderzijde van de kelk
is geslepen in een ruitpatroon, de stam en de voet
zijn van zilver.
Het glas werd in 1841 gebroken door de Sonna-
ville's opvolger, D.C. de Dieu Fontein Verschuir. Het
speet hem zo zeer dat hij een zilveren bekertje
schonk met daarbij een register waarin kon worden
bijgehouden wie eruit dronk (afb. 43). Van 1841 tot
1952 zijn de namen van gebruikers van deze beker
trouw opgetekend. In de zilveren beker liet De Dieu
een inscriptie aanbrengen met de volgende tekst:
De Dieu Fontein Verschuir diende niet alleen de
Schermeer, maar ook het Hoogheemraadschap van
de Hondsbossche en Duinen tot Petten.
Oplevering en overdracht
van gebouwen
Tot de categorie aangeboden glazen horen ook nog
twee exemplaren die werden geschonken ter gele
genheid van de overdracht van gebouwen. Het
oudste van deze twee, de bokaal van de Banne
Westzaan, is een waar pronkstuk (afb. 45). Op de
kelk is een uitgebreide voorstelling te zien. Een
gekroonde vrouw op een troon die op een podest is
Afb. 42. Gelegenheidsglas dijkgraaf P. de Sonnaville. Lood-
glas; 1823 (gravure); zilveren voet (1820); h. 16,8 cm.,
o kelk 11,4 cm., a voet 8,8 cm.
Afb. 43. Beker dijkgraaf D.C. De Dieu Fontein Verschuir.
Zilver; 1841 (inscriptie); h. 13,6 cm., o kelk 9,4 cm.,
o voet 7,8 cm. Jaarletter onvindbaar, meesterteken HS
(Hendrik Smits), merk voor eerste gehalte. Collectie HHNK.
Jonkh. D.C. de Dieu Fontein Verschuir van Heilo den
drinkbeker van zijnen voorganger den Heer Dijkgraaf
P. de Sonnaville gebroken hebbende heeft ter blijven
de herinnering derzelve daarvoor deze aan het Polder
bestuur van de Schermeer aangeboden mei 1841.
'T Welvaare van d' Heere
49