benoeming van nieuwe bestuursleden van het Hoog heemraadschap van Rijnland. De nieuwkomer kreeg een doek omgeknoopt en vervolgens een grote kom met melkpap voorgezet die hij moest uitlepelen ten teken van waardering van het melkvee dat op de (dankzij het waterschap droge) weilanden voor voor spoed in de regio zorgde. Pas daarna 'mocht' een groot glas wijn worden gedronken. Overigens viel deze eer ook gasten die aan Rijnlandse waterschaps maaltijden deelnamen te beurt. Spelletjes, schertsglazen, drinkdwang en dronkenschap Oude gebruiken werden uiteindelijk vervangen door talrijke drinkwetten en spelletjes, om met genoegen en drinke-broers orde malkanderen het lijf vol te jagen'. Deze tekstregel komt uit een publi catie uit 1732 en hoewel er in die tijd anders tegen dronkenschap werd aangekeken dan nu (men beschouwde die als middel om de saamhorigheid te bevorderen) geeft de auteur aan dat er ook toen al met gemengde gevoelens naar excessen gekeken werd. De drinkspelletjes kenden allerlei variaties. Bij een bepaald 'ritueel' moest degene die tijdens het dobbelen of kaartspelen verloor voor straf extra veel drinken. Dan ging er onder de spelers een glas rond waarin een dobbelsteen was gedompeld. Het glas met de dobbelsteen werd geschud en de ont vanger van het glas moest evenveel glazen drinken als de dobbelsteen aangaf. Ook kwam het voor dat een gevulde roemer omgekeerd op een bord werd gezet, de wijn moest dan uit het bord worden opge slurpt. Daarnaast werden soms, zoals ook nu nog wel eens gebeurt, van twee personen handen en/of armen in elkaar gevlochten waarbij men uit eikaars glas drinken moest. Het gebruik van fop- of schertsglazen werd bij drinkspelletjes ook populair. Zonder morsen drin ken uit een laars, hoorn of ander merkwaardig gevormd glas was vrijwel onmogelijk en leidde tot hilariteit onder de drinkebroers. Ook HHNK bezit enkele glazen die in deze categorie thuishoren. De drinkhoorn van Drechterland is het oudste glas in de collectie, het stamt uit de tweede helft van de zeventiende eeuw (afb. 35). Op de hoorn zijn sporen van verguldsel te zien, maar verder zijn er geen inscripties op aangebracht. Glazen drinkhoorns werden gemodelleerd naar veel ouder drinkgerei dat oorspronkelijk uit echte dierenhoorns bestond. Al in de Oudheid werden, bijvoorbeeld door de Bataven, drinkhoorns bij rituele maaltijden gebruikt. Volgens de overlevering bestond er in 1350 een exemplaar van glas dat uit de Haagse hofvijver was opgevist en dat in bezit zou zijn geweest van Rooms koning graaf Willem II (vermoedelijk 1229-1256). Kennelijk was deze karakteristieke vorm erg in trek, ook bij waterschapsbestuurders. In de zestiger jaren van de vorige eeuw werden er nog enkele exempla ren besteld bij de glasfabriek in Leerdam. Twee van deze moderne, maar veel grover uitgevoerde, drink hoorns bevinden zich nog in de collectie van HHNK. Behalve een drinkhoorn beschikt HHNK ook over een drietand van Neptunus (afb. 36). Dit glas werd omstreeks 1950 in Leerdam gemaakt voor één van de waterschappen in Westfriesland. Oorspron kelijk waren er twee exemplaren, één ervan is verlo ren gegaan. Alleen de middelste 'tand' is buisvormig en hol, de andere twee tanden zijn massief. In feite is dit dus een drinkhoorn, maar extra lastig te han teren vanwege het rare zwaartepunt van het glas en de handicap van de massieve tanden. Wie vroeger aan gebruiken of spelletjes tijdens het drinken niet wilde meedoen werd volgens een schriftelijke bron uit 1825 als een spelbreker beschouwd en kon slachtoffer worden van de zoge noemde 'drinkdwang'. Zo werd de ongelukkige wei geraar gedreigd met het uitgieten van drank over zijn kleren, of gold de Latijnse wet Aut bibat aut abeat' (vrij vertaald: drinken of de kamer uit). Ook het drinken uit de hensbeker, dat weliswaar als een eer werd beschouwd en meestal tot veel vrolijkheid aan tafel leidde, werd af en toe een gast te veel. Weigeren was echter onmogelijk, al probeerde een genodigde soms invloed uit te oefenen op de hoe veelheid wijn die in de beker geschonken werd. Toen een gast aan het einde van de achttiende eeuw bezwaar maakte tegen het uitdrinken van de hens beker van het Hoogheemraadschap van de Honds- bossche en Duinen tot Petten, ontstond er een kleine rel. Toch was dit de aanzet tot een verande ring in het oude gebruik: sindsdien werd niemand meer gedwongen om de legendarische Albrecht, waar volgens de overlevering wel twee of drie fles sen wijn inpasten, tot de bodem leeg te drinken. Kennelijk veranderde de moraal op het gebied van dronkenschap, hetgeen ook blijkt uit de waar schuwingen van overheidswege met betrekking tot drankmisbruik. Deze kentering was echter al enige tijd gaande. Niet alleen binnen de waterschapswe reld vond versobering plaats met betrekking tot tafelgebruiken, ook bij andere overheden verander den de tradities. In 1780 werd bijvoorbeeld de hens beker van de gemeente Gouda vervangen door een nieuw exemplaar met de halve inhoud van zijn voor ganger en in de Schuttersdoelen van Amsterdam kon men het leegdrinken van een bokaal waar twee flessen wijn in pasten afkopen met een halve rijder (een gouden munt ter waarde van 3 Vi Euro). Met de instelling van de Bataafse Republiek in 1795 ver dwenen voorgoed veel oude gebruiken. Gilden en andere gezelschappen werden opgeheven of kwamen, als ze bleven bestaan, niet meer voor maaltijden bijeen. Hoewel wij geneigd zijn om met opgetrokken wenkbrauwen de energieke alcoholinname van onze voorvaderen te beschouwen, is het riskant om met een moderne blik naar de (drink)gebruiken van 42 'T Welvaare van d' Heere

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2008 | | pagina 43