houden door de kaken van een leeuw. Onder het
wapen is een stappend paard aangebracht. Links
van het wapen bevinden zich tussen gestileerd rank
werk van boven naar beneden een schaap, een koe
en een schaap. Rechts van het wapen, eveneens
tussen rankwerk en van boven naar beneden: een
springende koe, een schaap, een lopende koe en
een grazend paard. Aan de achterzijde is, omgeven
door ranken met fruit en korenaren, de volgende
tekst gegraveerd:
Het betreft een citaat uit Joost van den Vondel's
gedicht De Beemster, voor Karei Loten. Op het
deksel zijn chrysanten en loofranken gegraveerd.
Bij de bokaal hoort een gastenboek of register,
waarin naar oud gebruik werd bijgehouden wie en
op welke datum uit het glas had gedronken (afb.
33). Behalve enkele fraaie aquarellen van de hand
van de bekende boekillustrator Maarten Oortwijn
(1912-1996), met afbeeldingen van de bodebus van
de Beemster en het gemeenlandshuis in Edam, ver
meldt het gastenboek de achtergronden van de
schenking. Op 30 oktober 1952 voerde Jan Kwadijk
drie redenen aan om de bokaal te schenken, name
lijk zijn 12 \/i jarig jubileum als heemraad bij het
waterschap, de nagedachtenis aan zijn echtgenote
en de herdenking van het droogvallen van de Beem
ster in 1612, ten tijde van het aanbieden van het glas
340 jaar geleden. Bij het register hoort ook een
reglement waarin is vastgelegd op welke wijze de
bokaal moest worden uitgedronken. Aan het einde
van dit hoofdstuk wordt hierop nader ingegaan.
De gravure werd aangebracht door meestergra-
veur Dirk den Ottelander. Hij gebruikte daarvoor
een techniek die exclusief was voor Leerdam en die
buitengewoon fraai graveerwerk opleverde, maar
ook bijzonder moeilijk was en een groot vakman
schap vereiste. Overal elders werd er voor het gra
veren 'achter de rol' gewerkt, dat wil zeggen dat het
graveerwieltje zich tussen de graveur en het glas
bevond. In Leerdam werkte men echter 'vóór de rol'.
De graveur keek dus door het glas heen naar de
achterkant van zijn gravure terwijl hij bezig was met
het aanbrengen ervan. Tegelijkertijd maakte deze
techniek het de graveur mogelijk om de druk waar
mee het glas tegen het graveerwiel hield veel beter
te beheersen, waardoor een grote verfijning moge
lijk werd (afb. 34).
Dat voor een inwijdingsritueel overigens niet
altijd uitsluitend een hensbeker met wijn werd
gebruikt blijkt uit een verslag met betrekking tot de
De Windvorst, om de rouw
van Hollands Maagd te paaien
Vermits door storm na storm
zij schade in inbreuk lee,
Schoot molenwieken aan, en maalde,
na lang draaien
De Beemster tot een beemd
en loosde 't meer in zee.
Afb. 34. Dirk den Ottelander graveert voor de rol, 1960. Overgenomen uit B. Agerbeek e.a., Het werk van hun handen.
38 'T Welvaare van d' Heere