Slijpen en polijsten
Het slijpen van glas, een techniek die haar oor
sprong vindt in de bewerking van (half)edelstenen,
heeft tot doel om door het aanbrengen van facetten
het glas een flonkerend aanzien te verlenen. In de
Middeleeuwen werd in Egypte, Irak en Perzië rots
kristal geslepen, later waren de Venetianen meesters
in het bewerken van halfedelstenen en rotskristal en
raakte de slijptechniek ook elders in Europa bekend.
Aan het Praagse hof van keizer Rudolf II (1576-1612)
werkte bijvoorbeeld de al eerder genoemde glasgra
veur en slijper Caspar Lehmann. De slijptechniek
bleef door de eeuwen heen populair en in de negen
tiende eeuw werd ze zelfs belangrijker dan het gra
veren van glas. Tafelgerei van de Kristalunie in
Maastricht, dikwijls rijkelijk voorzien van slijpsel,
vond aan het einde van de negentiende en het begin
van de twintigste eeuw op grote schaal aftrek bij de
gegoede burgerij in Zuid-Nederland.
De collectie van HHNK bevat een aantal glazen die
ofwel fraai geslepen zijn of een combinatie tonen
van slijp- en graveerwerk. De hensbekers van de
polder de Zeevang (afb. 12) en van de Dijksvereeni-
ging van den Noorder IJ- en Zeedijk (afb. 13) zijn
mooie voorbeelden van in facetten geslepen glas.
De bokaal van Drechterland (afb. 14) en de hensbe
ker van de Overweersche Polder bij Purmerend (afb.
15) laten zien hoe in de eerste helft van de negen
tiende eeuw de vormgeving van glas veranderd was
ten opzichte van de twee eeuwen daarvoor.
Op de bokaal van Drechterland zijn aan de voor-
en achterzijde twee schilden van geel glas gemon
teerd. Door het wegslijpen verschijnt tijdens het gra
veren een mat-witte voorstelling. Aan de voorzijde
van de kelk is het wapen van de familie Ris gegra
veerd, dat omgeven is door voluutvormige, gestileer
de bladranken en bekroond wordt door een helm
waarop het bovenlichaam van een klauwende leeuw
is geplaatst. Er omheen is de inscriptie Ter gedach
tenis van mr Dirk Pieter Ris. Dijkgraaf, aangebracht.
Aan de achterzijde is het wapen van Drechterland
gegraveerd, dat een kroon draagt en omgeven wordt
door gestileerde palmtakken. Vanaf de palmblade
ren hangen naast het wapen festoenen neer waar
aan een banderol is bevestigd die onder het wapen
doorloopt. Daarop is de inscriptie Dregterland aan
gebracht. Wellicht is de bokaal bij het aan- of aftre
den van de, in de inscriptie genoemde, dijkgraaf
aangeboden, al ligt het voor de hand dat in dat
geval ook een datum zou zijn gegraveerd. Ris (1775-
1853) bekleedde verschillende hoge ambten, hij was
schepen, raad en wethouder in Enkhuizen en hoog
heemraad van de Hondsbossche. Hoewel hij in 1850
dermate verzwakt was dat hij tijdens de schouw zijn
koets niet meer verlaten kon, bleef hij tot zijn dood
dijkgraaf van Dregterland.
De hensbeker van de Overweersche Polder is
heel wat minder kloek van vorm en een stuk ingeto-
Afb. 12. Hensbeker polder de Zeevang. Loodglas, zilveren
deksel; ca. 1880; h. 22,6 cm., a kelk 10,6 cm., a voet 9,8 cm.
Collectie HHNK.
'T Welvaare van d' Heere
21