Ontwikkeling van de glasproductie in West-Europa en de Nederlanden Het prille begin Helaas is het onbekend wanneer en waar glas werd 'uitgevonden', maar in West-Europa was dat zeker niet. Vermoedelijk ligt de oorsprong van het materi aal ergens in Mesopotamië tegen het einde van het derde millennium voor Christus. De vroegste toe passingen ervan bestonden uit glazuur voor tegels, potten en kralen, de eerste glazen vaatjes werden pas 500 jaar later ontwikkeld. Uit archeologische vondsten uit het graf van de Egyptische farao Tuthmoses (1527-1475 v. Chr.) blijkt dat ook de oude Egyptenaren al bekend waren met glas. De kleine flesjes die werden gevonden waren gevormd door glasdraden rond een kern van klei te winden, het zogenoemde 'kernglas'. Glas was toen nog een exclusief luxe product, dat slechts voor een zeer select gezelschap beschikbaar was. De uitvinding van de blaaspijp in de eerste eeuw voor Christus veroorzaakte een revolutie in de glas industrie omdat het veel eenvoudiger werd om op grotere schaal glazen vaatwerk te produceren. Binnen het Romeinse rijk verspreidde de glaspro ductie zich van Syrië tot Gallië en Brittannië en daarmee bereikte het materiaal West-Europa. Na de val van Rome, in de vijfde eeuw, bleef de kennis over het maken en decoreren van glas vooral bewaard in Ravenna, het zuiden van Gallië en Byzantium. Glas om uit te drinken werd opnieuw een zeldzaam artikel. Voor zover nu bekend vond glas vooral toepassing binnen de kerkelijke context voor de vervaardiging van glas in loodramen en mozaïek. Gaandeweg verschoof het zwaartepunt van de glaskunst naar de Islamitische wereld, waar gebruiksvoorwerpen zoals drinkglazen en mos keelampen van hoge kwaliteit werden geprodu ceerd. Toch bestond er in de vroege middeleeuwen ook in West-Europa nog een bescheiden glasindustrie. Voormalige Romeinse glasfabriekjes in steden in het Rijnland, België en Noord-Frankrijk kwamen onder controle van Merovingische en later Karolingische machthebbers. Hrabanus Maurus (circa 780-856), bisschop van Mainz en adviseur van Karei de Grote, maakte in zijn De Universo melding van een glas oven. Van zelfstandige bedrijven was toen echter nauwelijks meer sprake, de productie van glas ver schoof naar de kloostergemeenschappen. In de archieven van sommige Europese kloosters uit de negende en tiende eeuw wordt een frater vitrearius genoemd die de verantwoording had voor de pro ductie van glazen voorwerpen. Wat is glas eigenlijk? Met uitzondering van natuurlijk, vulkanisch glas, zoals obsidiaan, bestaat glas uit drie hoofdbe standdelen: silicium oftewel kwarts (ca. 70%), soda (ca. 15%) en kalk (ca. 15%). Omdat kwarts, aanwezig in bijvoorbeeld kiezels en zand, een hoog smeltpunt heeft wordt er soda aan toege voegd. Dit alkalische materiaal kan op verschil lende manieren worden gewonnen en is van invloed op de uiteindelijke kleur en de kwaliteit van het glas. In de meest zuivere vorm bestaat het uit natriumcarbonaat, dat in Egypte in natuurlijke vorm voorhanden was (en nog steeds is). Het werd trouwens ook gebruikt voor het mummificatieproces. Rond het westelijke deel van de Middellandse Zee werd soda gewonnen uit de verbranding van zeewier. Kalk heeft in het mengsel, dat ook wel 'smelt' of 'gemeng' wordt genoemd, de functie van hardingsmiddel of sta bilisator om te voorkomen dat het glas in water oplost. Het wordt gewonnen door het malen van marmer, kalkspaat, krijt of schelpen. Een andere alkalische component die aan de glasmassa kan worden toegevoegd in plaats van soda is potas, met de chemische term aangeduid als kaliumcarbonaat. Deze stof, die ontstaat door verbranding van hout en varens, werd als ingre diënt gebruikt in glashutten ver van zee. Het was, vanwege het feit dat de glasovens met hout werden gestookt, letterlijk een voor de hand lig gend product. Potas geeft aan glas een karakte ristieke groenige kleur, dat daarom potas- of Waldglas genoemd wordt. Andere chemische stoffen of verbindingen die aan het gemeng worden toegevoegd hebben een functie als ontkleuringsmiddel (mangaanoxide), of dienen juist om het glas te kleuren, metaaloxi den geven onder andere blauw, rood en geel bruin glas. Loodmenie wordt in plaats van kalk gebruikt bij de productie van kristal, dat een lager smeltpunt heeft en zachter is dan glas. De hoge brekingsindex, die het kristalglas een hel dere glans verleent, de fraaie klank en de grote mate van bewerkbaarheid maken dit materiaal zeer geschikt voor veel toepassingen en versie ringstechnieken. 9 'T Welvaare van d' Heere

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2008 | | pagina 10