Ploegen
Werken in ploegen van vijf a zes man. Collectie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
is gelijk Jansma gekomen. Ik denk de eerste ambtenaar van
het Heemraad (NHNK)", weet Jan Bellis zich te herinneren.
Klopt, want K. Jansma trad op 1 december 1921 als tech
nisch ambtenaar te Petten in dienst van het nieuwe NHNK.
"Jaaamengt de stentorstem van Snip zich licht weifelend
in het gesprek. "Ik ben toen in het voorjaar van '21 bij het
Heemraad gekomen en toen was die Jansma er al. We werk
ten in het begin met zo n 40 man, denk ik. Ja, zo n 40 man.
En jij was er toen ook al bij", tegelijkertijd wijst zijn enorme
knuist richting Jacob Vriendjes. Jacob knikt nadenkend. "We
verzamelden ons dan bij de keet aan de Leihoek.bij de trap,
want een dienstgebouw was er nog niet.We kwanten alle
maal op de fiets. Daarvoor lopend hoor, daar weet ik ook
nog wel van. Dat hebben jullie niet nteer meegemaakt. Daar
verdeelde Jan Bellis (senior) dan het werk. Ik denk ook van
wel 40 ntan. Je schrijft zulke dingen niet op, je moet het nu
allemaal ntaar een beetje onthouden". Jan Snip bevestigt de
voorzichtige conclusie van Jacob: "In die contreien mom
pelt hij halfluid. "Om half zeven precies kwant de ploeg op
de fiets uit Petten bij de Leihoek aan. En dat was nte een
hele ploeg hoor, uit Pettenvult Jan Bellis jr. aan alsof hij
het peloton fietsende dijkwerkers onderlangs de dijk voor
zijn geestesoog voorbij ziet trappen. Jacob Vriendjes neemt
over: "Jan Bellis (senior) was er al vanzelf en die had het
werk voor die dag in 10 minuten verdeeld. Jullie daarheen
en jullie daarheen. Dit en dat en zus en zo. Korte nietten.
Die had het altijd goed voor elkaar en we konden zo aan de
gang". Iets van bewondering klinkt nog in zijn wat lijzige
stem door.
En inderdaad, het samenstellen van de ploegen werkvolk
over de klussen was snel geregeld door onder meer het
inzicht en de voorbereiding van de ervaren dijkbaas, die
onder de dijkwerkers een natuurlijk gezag genoot. Niet dat
dat met zoveel woorden wordt gezegd, maar het is meer de
manier waarop het viertal stoere dijkwerkers spreekt over
het verdelen van werk en het indelen van ploegen. Men was
sterk afhankelijk van elkaar en van het werkinzicht en de
inzet van ieder individueel. Men kon elkaar kort gezegd niet
in de steek laten. Niet voor de ploeg, niet voor het werk,
niet voor de veiligheid, niet voor het geld en ten slotte niet
voor de dijk. Het thuisfront rekende op inkomsten en de
dijk moest immers bij voortduring worden onderhouden
en bij herhaling gerepareerd! Wint Louw merkt in zijn boek
met herinneringen aan NHNK uit 2002 al de solide solidari
teit op bij de arbeiders van het district Petten.
"Als het werkvolk er was, dan was het Jan, Piet en
Klaas jullie gaan te steen rijden en die en die jullie gaan te
steen storten. Op hoogtijdagen waren er wel drie ploegen
van 10 ntan aan het steen rijden naar de worteleinden van
de hoofden (de aansluiting van de hoofden aan de dijk)
en stond er een ntan of 20 in de basaltzuilen op de glooi
ing", weet Jan Bellis. Jan Snip knikt en voegt er aan toe dat
je allemaal in een vaste ploeg zat van vijf of zes ntan. En
dat er naar gelang de zwaarte van het werk wel eens volk
bij moest. En dan werden de namen van nog een stuk of
vier jongens en mannen opgenoemd die mee moesten als
versterking. Bij het steenstorten op de buitenkant bijvoor-
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN