Aan het werk
gesprek met de oud dijkwerkers introduceert. Kalm en
bedaard, als de vier mannen zelf, die met nog rechte ruggen
op de stoelen achter de tafel in de kantine van het dienstge
bouw in Petten hebben plaatsgenomen.Jan Bellis jan Snip,
Jacob Vriendjes en Wint de Waard zitten er op hun gemak,
alsof ze niet zijn weggeweest. Maar wel nadat ze elkaar bij
binnenkomst uitermate hartelijk, kameraadschappelijk bijna,
hebben begroet. Nu roeren ze bedachtzaam in hun dam
pende kop koffie, wachtend op het begin van het gesprek.
Een gesprek dat als vanzelf start als Jan Bellis 'die annemer'
ter sprake brengt. "Weten jullie deer nog van?", bromt hij
met zijn dragend bronzen stemgeluid. De stemmen rollen
door de ruimte van de kantine. Er ontstaat twijfel over de
exacte periode. "Dat was ver voor die toid", knalt de hard
houten stent van Jan Snip,'in 14".'Nee, het was in '16, dat
die lui hier kwanten", vult Jacob Vriendjes aan. "Ik weet het
nog precies. Ik werkte toen in Camperduin aan dat wegge
tje naar het oude café van Minkema. Ik was toen 15. Die
'breibroekers' hadden een keet in het Kleigat, de stroloods,
daar zaten de steenzetters in. Ja, de Veldertjes. Ik weet hun
naant nog. Maar die hadden er niks ntee te maken, die kon
den er ook niks aan doen. Die kwanten hier gewoon ont te
werken, die waren besteld".Vriendjes' stent is lichter, lang
zamer ook, ntaar klinkt beslist/ Precies", dondert Snip, "we
werden toen wel besodemieterd, ntaar die mensen wisten
het niet, vanzelf. Die Teeuwis, die wist er wel van". Jacob
Vriendjes vat de stakingskwestie uit 1916 - want daarover
gaat het hier - in een paar zinnen santen. "Het was een strijd
tussen de mensen die hier vast aan de zeewering werkten
tegen de inschakeling van een aannemer die het werk aan
de dijk weer onderhands uitbesteedde. Het is bepaald niet
bevallen, want aannemer De Groot had het werk een jaar
en aannemer Daalder nog eens een jaar. In 1919 was het
dijkwerk weer gewoon bij het Hondsbos, dat in 1921 het
Hoogheemraadschap werd".
Na al die jaren klinkt nog steeds de woede van
het Pettemer werkvolk in de stemmen van Snip, Vriendjes,
Waard en Bellis over de gang van zaken tijdens de Eerste
Wereldoorlog door. Het bestuur van het Hoogheemraad
schap van de Hondsbossche weigerde toen hardnekkig toe
te geven aan de verlangens van de hecht georganiseerde
arbeiders, die uit waren op een CAO. Een hoog oplopend
arbeidsconflict was het gevolg. Pas in 1918 keerde de rust
weer toen die CAO er eindelijk kwant. In de uitgave van
2006 van de Vriendenkring over het leven van dijkgraaf
Pieter van Foreest door L.F. van Loo en A. van Loo-Mulder
wordt deze hele geschiedenis gedetailleerd beschreven.
1921 komt ter sprake, de start van NHNK. "Meneer Mann
van het Hondsbos heeft nooit voor het Hoogheemraad
schap gewerkt, die ging, denk ik, met pensioen of zo.Toen
"We kwamen allemaal op de fiets. Daarvoor lopend hoor,
daar weet ik nog wel van." Collectie Wil Janssen.
Petten aan het begin van de vorige eeuw. Links het gemeenlandshuis van de Hondsbossche. Uiterst links bovenop de dijk:
wagentjes van het werkspoor waarmee materiaal naar en over de zeewering werd getransporteerd.
Collectie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN
5