80 cent per m2
Jan Snip: "Als je wat wou verdienen, dan moest je wel
een beetje aveseren". Fotografie: Wijndel J.G. Jongens/
Grosthuizen.
Jan Snip werkt vanaf 1932 - met toestemming van
NHNK - mee aan de verhoging van de Friese zee
dijk tussen Harlingen en Zurich. Wel drie jaar achter
elkaar. Dat was een ver werkadres met goede ver
dienste, want per vierkante nieter zetwerk werd er
80 cent uitbetaald."Je stond daar wel in het aangeno
men werk", aldus Jan. "Als je wat wou verdienen, dan
moest je wel een beetje 'aveseren' (avanceren in de
betekenis van voortmaken, opschieten). Dan moest
je toch wel gauw zo n beetje 20 nt2 per dag zetten.
Als het een beetje meezat 25 m-.Jaa. kleine zuiltjes, ja.
Dat ging wel goed, hoor!"
is in hun collectieve geheugen als 'Jansma' opgeslagen. Niet
meer, niet minder.
"Ik weet nog, dat ouwe Jan van Rie weg ging",
haalt Jan Bellis voorzichtig een voorval naar boven. "Jan
werd 65 en die ging weg. De mensen wilden wel wat voor
hem doen, maar Jansma niet. Nee, daarover hoefde je niet
bij hem aan te konten. Nee, hoor. Maar wij wilden wel wat
voor Jan doen. Hij had al z'n leven aan de dijk gewerkt en
we vonden het begrotelijk (spijtig) dat ie zo weg moest.
Zonder niks, zal ik ntaar zeggen. Daarom hadden we ntaar
wat (ge)intproviseerdBellis laat met gevoel voor drama
een korte stilte vallen ont de spanning aan de kantinetafel
een beetje op te voeren. Dat lukt, want de anderen buigen
licht naar voren.
"Ja Jan noemden we eigenlijk ook wel 'Pikketierus'
en er werd wel met hem gespot. Hij werd wel eens voor de
gek gehouden. Dat komt, Jan was eigenlijk een heel eenvou
dige man. Die had niet veel bij te zetten. Dus namen ze hem
wel eens in het ootje. Maar goed, hij ging weg en wij had
den in de oude keet een rotanstoel voor hem neergezet. Die
hadden we versierd met grote rietpluimen. We zeiden tegen
Jan, je gaat nu weg, ntaar jij moet hier nog ntaar even gaan
zitten. Iemand, ik weet geen meer wie, die had nog een klein
praatje, dat het ons allemaal speet dat ie nou wegging. En
verdorie Jan schoot vol en begon te huilen. Nou ja".
Bellis is er nog verlegen mee. Jacob neemt over:
"Had er toen nog niet eentje een sigaar voor hem mee-
(ge)nomen? Ik dacht het wel, hoor.Toen bedaarde die weer
wat enTrijn, jullie weet wel.Trijn met de Lepel, die had nog
anderhalf pond allerhande, van die koekies gebracht. Jan z'n
dochter was ook nog gekomen om hem op z'n laatste werk
dag op te halen.Toen moest Jan als allerlaatste nog een klein
stukkie straten, zogenaamd dan. Afijn, wij moesten nog een
paar uur te werk, want we waren op tij en verdomd ouwe
Jan kreeg permissie en die mocht naar huis. Die hoefde die
laatste uurtjes niet meer mee". "Jaa", klinkt de zware bas van
Jan Snip,"zo ging dat in die dagen. Soms was er voor zo n per
soon (iemand die afscheid nam) wel eens een borreltje ook,
ntaar dan moest je wel heel goed uitkijken. Ik denk dat Jan
toen weg mocht van ouwe Jan Bellis, hoor. Bij Jansma moest
je met zuks (zoiets) niet aankomen. O, nee. Ik denk dat ik de
eerste was die echt een afscheid kreeg. Man, schei uit, wat
een'temtasie' (temptatie verzoeking). Ze kwanten toen he
lemaal te praten en later kwant de krant er ook nog bij. Maar
"Bij Jansma moest je met zuks niet aankomen. O, nee". Klaas
Jansma, technisch ambtenaar district Petten (1921- 1955).
Niestadt-fotocollectie Zijper Museum, Schagerbrug (NH).
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN
31