;Ta**L,„-,'-nl U- Emoties bij het afscheid ^-Wcrkipoor 70Q1_ iKrnnlori i'73 ■flOm Hflr4«fg looting Profiel van de Hondsbossche Zeewering, circa 1940. Ontleend aan: F. Huitema, Dijken langs zee, rivieren en kanalen (Amsterdam z.j.). "Er was onderling altijd een prettige werksfeer. We konden op elkaar rekenen en je had als dijkwerker veel meer te maken met de dijkbaas en met de opzichter. Die zag je bijna dagelijks. De dijkbaas deelde het werk en de ploegen in en de opzichter kwant het werk nalopen, con troleren zeg ntaar. Geen van beiden waren makkelijke baas jes, vooral opzichter Jansnia was een harde, ntaar wel een eerlijke kerel Bellis heeft het hoofdstuk bestuur en ingeni eur kennelijk afgesloten en gaat naadloos over op de dage lijkse gang van zaken op de zeewering.'Jaa, Jansnia was wel een goeie kerel valt Snip bij, "bij hem hoefde je niet met smoesjes aan te konten. Beslist niet. Maar hij kon het wel waarderen als je goed voor je werk was. Als je normaal je werk deed. Je hoefde bij hem niet aan te konten met feest jes of zoiets. Dat vond hij drie keer niks. Jansnia was een serieuze vent, maar als het moest, dan bleef hij achter de mensen staan. Gerust, hoor". "Dat kan wel wezen antwoordt Vriendjes meer openhartig, "maar Jansnia had ook vervelende trekjes. Hij fietste altijd het hele werk af en soms kwant hij helemaal de dam opgefietst, waar we aan het zetten waren en dan zei hij 'deze steen staat niet goed en deze niet' en dan schopte hij ze een-twee-drie ondersteboven met die grote schoenen van hem. Nee, dan kon je weer mooi opnieuw beginnen. Dat werd ook wel eens lelijk, hoor. Ik stond een keer met 'Tumpie' in een vers stukkie zetwerk (basaltzuilen gezet op een laag nieuw aangebracht rijshout) en daar kwant Jansnia aan. Hij zei dat al die zware zuilen die we net gezet hadden, los stonden en hij begon ze allemaal om te douwen. Maar ja, wat wil je, ze stonden op de verse rijs"."Nou, nou", bromt Snip begripvol en Bellis trekt een wenkbrauw op. Maar Vriendjes hoeft geen aanmoediging. "Toen hadden we de poppen aan het dansen, want 'Tumpie' stapt met een rode kop op hem af en om hem eens de waarheid te vertellen. Die twee gingen flink tegen mekaar tekeer, dat zal ik je ver tellen. Daar lustten de honden geen brood van. Maar Jansnia kon het toch van 'Tumpie' hebben, want dat was ook een hele goeie steenzetter, zie je". "Jaa, zo was ie wel", bromt Snip nog een keer met Vriendjes mee, "van zulke dingetjes had Jansnia ook. Als je aan het straten was, kwant hij ook oftig (vaak) kijken of de klinkers wel goed in een vast ver band lagen.Als dat nou niet zo was, dan trok hij het werk er zo uit, of hij trapte de straatklinkers met geweld naar bene den als ze niet goed genoeg in het zandbed lagen. Jaa, zuks (zoiets) deed Jansnia gerust. Zo was ie". Jan Bellis trekt aan z'n sigaar en blaast een grote rookwolk uit. Hij haalt nog eens diep adem alvorens nog maals de goeie werksfeer tussen de mensen onderling te Jan Bellis trekt aan zijn sigaar en blaast een grote rookwolk uit. Fotografie: Wijndel J.G. Jongens/Grosthuizen. benadrukken en te concluderen dat het door de bank geno men meestal wel goed liep tussen het werkvolk, Jansnia en zijn vader (Bellis senior). Alhoewel opzichter en dijkbaas niet makkelijk waren. Z'n vader ook niet. Lang niet. Maar nooit onrechtvaardig. Jan Snip en Jacob Vriendjes knikken. Wint de Waard knikt mee, maar is kennelijk nog niet voor de volle 100 procent tevreden: "Behalve met Jansnia en Bel lis, hadden we ook te maken met voorlieden als Gert Hol lander, Jan Timmerman en met Piet Schager, vanzelfvoegt hij toe. Zo is het en nu knikken ze alle vier. Tegelijk, in een zelfde ritme. Men moest bij 'opzichter'Jansnia niet aankomen met flau wekul en al helemaal niet met festiviteiten, van welke soort dan ook. Dat had je gewoon niet in die tijd. Je kwant om te werken en anders niet.Als het viertal over deze 'opzich ter' spreekt, hebben ze het altijd over 'Jansnia', nooit over meneer Jansnia of iets dergelijks. Zo noemen ze ook nooit diens functie precies, en gebruiken nooit zijn voornaam. Hij 30 BLAUW BASALT STALEN SPIEREN

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2007 | | pagina 32